Verbindingen » De Barendrechtse Brug » De brug in de oorlog (1940-1945)

De brug in de oorlog (1940-1945)

Toen Duitsland op 10 mei 1940 Nederland binnenviel, probeerden Duitse parachutisten de brug te veroveren. De Duitsers wilden vooral het vliegveld Waalhaven, ten noorden van Smitshoek veroveren. In de buurt van Smitshoek en in de Hoeksche Waard bevonden zich Nederlandse troepen.

Op 10 mei bezetten Duitse troepen de Barendrechtse oprit van de Barendrechtse Brug. Ze wilden zo een Nederlandse aanval vanuit de Hoeksche Waard voorkomen. 

Op 11 mei probeerde het Nederlandse 3e Grensbataljon om via de Barendrechtse Brug op te rukken naar Waalhaven. Aan de Barendrechtse kant van de brug en in de Velofabriek naast de brug hadden zich Duitse parachutisten verschanst.

Een ander deel van het Nederlandse bataljon stak bij Puttershoek de Oude Maas over en probeerde via Heerjansdam bij de brug te komen. “Er werd behoedzaam doorgemarcheerd tot Heerjansdam. Daar ontving ik bericht van de burgemeester van Barendrecht en Heerjansdam, dat Barendrecht door sterke Duitse afdelingen was bezet”, vertelde de commandant later. Toen er vanuit Barendrecht ook nog twee Duitse motorrijders kwamen, besloot hij met zijn mannen terug te keren naar het veer bij Puttershoek.

Bij de Barendrechtse Brug werd door vier Nederlandse kanonnen geschoten op de Velofabriek, waarna de brug werd bestormd. De Duitsers openden het vuur, waardoor op de brug vier Nederlanders werden gedood en twaalf gewond. Daarop werd de aanval gestaakt. De Nederlanders schoten de Velofabriek in brand, maar waagden geen nieuwe aanval over de brug.

Op 13 mei werden de Duitse troepen bij de brug versterkt met tanks, uit angst voor een nieuwe Nederlandse aanval. De Duitsers schoten met mortieren naar de Nederlanders aan de andere kant van de brug, waardoor drie doden vielen.

Aan het begin van de avond reden vier Duitse tanks schietend de brug op. Een deel van de Nederlanders sloeg op de vlucht. Met een anti-tankkanon konden drie van de tanks worden vernietigd, waarmee de aanval was mislukt. De aanval kostte aan vier Duitsers en één Nederlander het leven.

De Nederlandse verdedigers dachten dat de Duitsers naar Heinenoord de rivier waren overgestoken. Omdat ze bang waren te worden omsingeld, trokken ze terug naar Westmaas. Later bleek dat er helemaal geen Duitsers bij Heinenoord waren geland. Dit was een misverstand, dat kon ontstaan omdat de Nederlanders nauwelijks radio’s hadden. De volgende dag (14 mei) konden de Duitsers ongehinderd de brug oversteken.

Op de oprit van de brug staat tegenwoordig een gedenksteen met o.a. de namen van de Nederlanders die bij de gevechten om de brug werden gedood. 

Tijdens de bezetting hadden de Duitsers een controlepost op de brug. Deze post bestond al sinds 1897 en werd voordien gebruikt door de politie. Tijdens de Hongerwinter van 1944-45 werden hier veel Rotterdammers gecontroleerd. Zij moesten hier het voedsel inleveren, dat ze tijdens een hongertocht door de Hoeksche Waard hadden verzameld.

Op 9 september 1944 werd de brug door Britse bommenwerpers aangevallen. Na de aanval kwamen uit de machinekamer zwarte rookwolken. De machinekamer was beschadigd, waardoor de hefbrug niet meer omhoog kon. Schepen konden toch passeren, omdat het oude draaigedeelte van de brug gebruikt kon worden.

Bommen op de brug

P. Groenenboom beschrijft wat er gebeurde toen de brug in september 1944 werd gebombardeerd.

“In de oorlog maakten de bewoners (van de Maashoeve aan de Achterzeedijk) in september 1944 het bombardement op de brug van dichtbij mee. De Duitsers bewaakten de brug. Behalve bij de brug zelf, stond er ook een wachtpost vlak bij de boerderij. De bezetter hield ook vanaf dat punt alle bewegingen nauwgezet in de gaten.

De brug stond bijna altijd omhoog, omdat de Duitsers niet wilden dat de Rotterdammers voedsel uit de Hoeksche Waard haalden. Door uithongering wilden zij de stad klein houden. Ook voorkwamen zij daarmee dat de geallieerde legers zomaar, zonder slag of stoot, over de brug konden marcheren.

Eén bom kwam bij dat bombardement gelukkig precies in de machinekamer van de brug terecht, waardoor de brug zo min mogelijk werd beschadigd en toch werd uitgeschakeld. Tevens was er voor de Duitsers nu minder reden om de brug in haar geheel op te blazen.

Er viel bij dat bombardement ook een bom in de haven, vlak achter de boerderij. Dat deed het hele gebouw op zijn grondvesten schudden.”

Een melkauto vol aardappels

Chauffeur A. Prooi reed tijdens de Tweede Wereldoorlog op een melkauto. Hij haalde in de Hoeksche Waard melk op en bracht die naar een melkfabriek in Rotterdam. Met zijn vrachtauto reed hij dan over de Barendrechtse Brug. Daar werd het verkeer door de Duitse soldaten gecontroleerd.

In 1944 was er in Rotterdam steeds minder voedsel. Er was onder meer een gebrek aan aardappels. Ergens in de Hoeksche Waard waren nog aardappels te koop. Prooi reed erheen met zijn melkauto. Bij de boer laadde hij de melkauto vol met aardappels. De vrachtwagen werd keurig afgesloten en verzegeld. Het leek net of de wagen vol zat met melk.

Om de Duitsers bij de Barendrechtse Brug wat af te leiden, kreeg Prooi jenever en pakjes boter mee om weg te geven aan de soldaten. Het lukte.

Op deze manier zijn heel wat ritjes gemaakt met de melkwagen vol aardappels. Het voedsel werd aan personeel van de melkfabriek en aan andere hongerige Rotterdammers gegeven.

Na enige tijd hoorde de politie van deze ‘smokkel’. Drie politieagenten wilden chauffeur Prooi oppakken. Gelukkig werd hij door betrouwbare agenten gewaarschuwd. De chauffeur kon onderduiken in Rijsoord.

bron

E.H. Brongers: ‘Opmars naar Rotterdam’, deel 1, Baarn 1982, p. 172, 216 – 218;
E.H. Brongers: ‘Opmars naar Rotterdam’, dee1 3, Baarn 1983, p.71-76;
Hans Onderwater en Jan van Mastrigt: ‘Schetsen uit de Nacht’, Baarn 1982 p. 33-57;
Dr. L. de Jong: ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’, deel 3, ’s-Gravenhage 1970, p. 136, 138, 211, 212, 248, 301

Peter Pot ‘De Barendrechtse Brug’, ’s-Gravendeel 1988, p.80

P. Groenenboom: ‘Met Gods hulp gedaan wat mijn hand te doen vond’, in Contactblad nr. 77, p. 4, Barendrecht, december 1998

'Aardappels in de melkauto', herinnering van A. Prooi afgedrukt in ’Herinneringen uit de periode 1940 – 1945 van bewoners verzorgingshuis Borgstede’, Barendrecht 1995