De laatste jaren van de brug
Na de Tweede Wereldoorlog werd het steeds drukker op de brug. Er passeerden steeds meer personenauto’s en vrachtauto’s. Van de zes meter brede brug maakte ook de drie meter brede tram gebruik. Op zo’n druk gebruik was de brug in 1888 niet ontworpen.
De tram verdween in 1956, maar dat loste niets op. Het wegverkeer nam zo sterk toe. In 1946 passeerden per dag 1387 motorvoertuigen de brug. In 1955 waren dat er 3336 en in 1960 3649.
Ook passeerden steeds meer schepen de brug. De brug moest tachtig keer per dag open voor de scheepvaart, waardoor het wegverkeer steeds langer moest wachten. In de Hoeksche Waard gingen er in 1958 voor het eerst stemmen op om de brug te vervangen.
In de jaren zestig werd Zeeland steeds beter bereikbaar via bruggen en dammen. Zo werd in 1964 de Haringvlietbrug geopend, tussen de Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee. In 1965 volgde de Grevelingendam naar Schouwen-Duiveland. Steeds meer automobilisten reisden tussen Rotterdam en Zeeland. De drukte op de Barendrechtse Brug nam daardoor toe tot 9010 motorvoertuigen per dag in 1965. De brug werd nu echt te smal. Besloten werd om de brug te vervangen door een tunnel.
In de laatste jaren nam het verkeer nog verder toe. In juli 1969 werden er op een zaterdag 13.000 voertuigen geteld en op zondag 12.000. In Barendrecht stond de hele Barendrechtseweg vol met wachtende auto’s. Aan de andere kant van de rivier stond de file tot aan Klaaswaal. Op 22 juli 1969 werd de Heinenoordtunnel geopend en werd de Barendrechtse Brug gesloten. Het doorgaande verkeer van en naar de Hoeksche Waard verdween uit het centrum van Barendrecht. Het maakte voortaan gebruik van de nieuwe rijksweg 29.
Al op 24 juli 1969 werd het eerste gedeelte van de brug op een ponton weggevaren. De maanden erna werd in totaal 2700 ton staal afgevoerd naar de sloper. De pijlers werden daarna in de winter 1969-1970 opgeblazen. Voordat het zover was, voer nog een schip tegen een van de pijlers. Daarbij kwam de schipper om het leven.
De beide opritten van de brug bleven bestaan. Ook de tolhuisjes aan de Barendrechtse kant bleven staan. Op de Barendrechtse oprit werd in 1982 als monument een deel van de staalconstructie van de brug geplaatst.
Peter Pot ‘De Barendrechtse Brug’, ’s-Gravendeel 1988, p.82, 83, 86-91
‘Stuk staal herinnert aan Barendrechtse brug’, in De Schakel, Barendrecht 5 augustus 1982