J. van den Brink
Jacob van den Brink (1937 – 1989) was burgemeester van Barendrecht van 1981 tot zijn dood in 1989. Hij overleed plotseling na afloop van de gemeenteraadsvergadering van 27 februari 1989 voor zijn huis aan de 2e Barendrechtseweg. Hij liet een vrouw en twee dochters achter.
Van den Brink werd in 1937 geboren in Putten als zoon van een aannemer. Hij was Nederlands-hervormd en lid van het CDA.Voor zijn komst naar Barendrecht was hij burgemeester van Maasland. In 1981 wist hij weinig van Barendrecht. Hij ging er ‘volledig blanco’ heen, zoals hij het zelf uitdrukte. In het college van burgemeester en wethouders was hij tot 1986 belast met Ruimtelijke Ordening (bouwplannen).
Burgemeester Van den Brink moest in de laatste jaren van zijn burgemeesterschap enkele zware medische ingrepen ondergaan achter één van zijn oren. Voor zover bekend had hij geen hartklachten.
Bij het aantreden van burgemeester Van den Brink in 1981, zei wethouder Nico den Otter dat Barendrecht in de voorgaande jaren een flinke ontwikkeling had doorgemaakt. Het was volgens hem nu tijd om het wat jaren kalmer aan te doen.
Toch gingen de veranderingen door, hoewel er geen massale woningbouw kwam. Wel werd de wijk Binnenland afgemaakt en werd begonnen met de wijk Molenvliet. Er werden miljoenen besteed aan de uitbreiding van de riolering. Nog maar 20 tot 25 woningen waren eind 1985 niet aangesloten op het riool.
Bezuinigen
In 1981 ging het slecht met de economie van het land. Barendrecht hoefde echter niet te wanhopen. Naast de veiling groeide in deze tijd immers bedrijventerrein Dierenstein. De verkoop van grond aan bedrijven droeg bij aan de welvaart van de gemeente Barendrecht.
Ondanks het geld dat de verkoop van grond aan bedrijven met zich mee bracht, moest ook de gemeente Barendrecht bezuinigen. Uit de perken verdwenen de rozen. Het onderhoud daarvan was te duur. In plaats daarvan kwam goedkoper te onderhouden groen. Ook op cultuur werd bezuinigd.
Het bezuinigen had volgens burgemeester Van den Brink ook voordelen. “De gemeentebestuurders kunnen voor verheldering zorgen door overtollige ballast overboord te gooien.”
Brug
De Barendrechtse Brug was al sinds 1969 verdwenen. Vergeten was de brug niet. Op 15 oktober 1982 werd op de oude oprit een monument onthuld.
Dorpsstraat
Er werden eind jaren tachtig plannen gemaakt voor het bouwen op de ‘kop van de Dorpsstraat’. Op die plaats is later theater Het Kruispunt gebouwd.
In 1986 stelde wethouder L. Kok dat er een ‘totaalplan’ nodig was voor de ontwikkeling van het dorpscentrum. Met de uitvoering van dat plan zou het centrum er weer twintig jaar tegen kunnen.
In juni 1988 was het plan van Kok klaar. Er zou een nieuw cultureel centrum moeten komen op de ‘kop van de Dorpsstraat’. Daarin zou ook de bibliotheek een plaats krijgen. Albert Heijn zou een nieuwe supermarkt kunnen bouwen op de hoek van de Dorpsstraat en de Lindehoevelaan. Aan de Mr. Lohmanstraat konden huizen worden gesloopt om plaats te maken voor parkeerplaatsen.
De meeste van deze ideeën zijn ook uitgevoerd. Alleen kwam de nieuwe supermarkt van Albert Heijn niet bij de Lindehoevelaan, maar naast Het Kruispunt.
Spoorlijnen
Midden jaren tachtig werd er steeds meer gesproken over nieuwe spoorlijnen, waaronder de Hogesnelheidslijn naar Parijs. “Naar mijn idee rijdt die trein deze eeuw nog niet”, zei Van den Brink in 1985. Hij zou gelijk krijgen.
Discotheek
In 1988 was er in de Zeeheldenwijk veel onrust over wekelijkse discoavonden in de oude school naast de Watertoren. Jongerencentrum ’t Gympie was daar opgevolgd door Club FRR.
Voor de Barendrechtse jongeren was de disco een succes. De omwonenden klaagden echter steen en been over herrie en vernielingen. Een protestbrief aan burgemeester en wethouders werd in november 1988 ondertekend door 185 buurtbewoners. Sommige bewoners zeiden op vrijdagavond hun huis te ontvluchten, anderen bleven juist thuis om te voorkomen dat er vernielingen werden aangericht aan hun tuin.
Volgens burgemeester Van den Brink viel het allemaal wel mee. “Ik onderschat de problemen niet, maar van werkelijke ordeverstoringen is geen sprake.”
Naar aanleiding van de klachten besloten burgemeester en wethouders toch dat de disco nog maar tot 1 april 1989 door mocht gaan. In de tussentijd werd er gezocht naar een nieuwe plaats.
Uiteindelijk kwam Club FRR terecht in een tijdelijk houten gebouw aan de Dierensteinweg. Dat is in de jaren negentig afgebrand. De oude school werd toegewezen aan de Historische Vereniging Barendrecht, die daar nog steeds is gevestigd.
Samenleving
Vrouwen gaan in het bestuur van de gemeente een steeds belangrijkere rol spelen. Voorbeelden daarvan zijn de gemeenteraadsleden Ineke de Wijs (fractievoorzitter van de PvdA), Monique Terwiel (raadslid voor de plaatselijke lijst DAB en D66) en Mieke van der Ven (CDA). Eind 1988 wordt de Barendrechtse Emancipatieraad opgericht, die de positie van de vrouwen in het dorp verder moet verbeteren.
Burgemeester J. van den Brink wordt bij zijn aantreden in 1981 direct geconfronteerd met de vrees voor massale woningbouw. Gemeenteraadslid H.G. Barendregt (SGP) zegt in zijn welkomstwoord dat hij van de nieuwe burgemeester verwacht dat deze 'het groene hart van IJsselmonde' een warm hart zal toedragen.
Voorzitter Oele van de Rijnmondraad (de samenwerking van Rotterdam en de gemeenten daaromheen) vraagt begrip voor woningbouwplannen. "De inwoners van Barendrecht zijn niet alleen van de land- en tuinbouw in Barendrecht afhankelijk, maar ook van alles wat er in de agglomeratiegemeenten - vooral Rotterdam - gebeurt." Toch denkt Oele dat het met de woningbouw wel mee zal vallen, omdat ' het zwaartepunt van het woongebeuren aan de andere kant van de Maas blijft'.
Iets meer dan een jaar later, in januari 1983, leken grote bouwplannen inderdaad aan Barendrecht voorbij te gaan. "Rijnmond wilde wel meer bouwen, maar Rijnmond heeft meegedeeld, gezien de economische situatie, in te stemmen met het bouwtempo dat de gemeente Barendrecht heeft bepaald", zegt burgemeester J. van den Brink.
De burgemeester voerde vol overtuiging een besluit van de gemeenteraad uit, om een 'Groot Barendrecht' tegen te houden. "Als Barendrecht gaat groeien zullen de woningen voor de inwoners van Rijnmond zijn en dan is Barendrecht Barendrecht niet meer. Barendrecht is dan hooguit een veredelde buitenwijk van Rotterdam."
De bouwplannen van Barendrecht waren bescheiden. De wijk Binnenland werd afgerond. In Molenvliet werden meer dan tweehonderd koop- en huurwoningen gebouwd.
Burgemeester Van den Brink was tevreden met het klein blijvende Barendrecht. “Vandalisme komt niet voor in Barendrecht, goed verenigingsleven wel.” Hij vond het dorp niet saai, hoewel er weinig uitgaansgelegenheden waren. Hij zei dat in 1983 en dat saaie uitgaansleven zou nog lang blijven bestaan.
In 1985 werd burgemeester Van den Brink gevraagd naar zijn mening over twee projecten die er misschien zouden komen: de hogesnelheidslijn en woningbouw ten zuiden van de Middeldijk.
“Naar mijn mening rijdt die trein hier deze eeuw nog niet”, voorspelde hij. Dat bleek later te kloppen.
Over de woningbouw: “Het mag duidelijk zijn dat we tegen een grootschalige uitbreiding van de gemeente met 6000 woningen zijn.” Hij zag wel graag meer nieuwe bedrijven, sociale woningbouw en bejaardenwoningen.
Aan dat laatste werd al gewerkt. In 1982 startte een uitbreiding van bejaardencentrum Borgstede. Daarvoor werd 12 miljoen gulden (bijna 5,5 miljoen euro) uitgetrokken. Dat werk was nauwelijks klaar, of er werd in 1988 al gesproken over de bouw van seniorenwoningen aan de Windsingel, naast Borgstede.
Eind 1988 was er weer sprake van een plan voor de bouw van veel woningen. "Er moeten in het Rijnmondgebied in de periode 1990 - 2000, 10.000 woningen meer worden gebouwd dan oorspronkelijk was voorzien", vertelde wethouder L. Kok. Op dat moment bouwt Barendrecht 90 woningen per jaar in de wijk Molenvliet. Kok adviseerde om pas een standpunt in te nemen over de bouw van meer woningen, als daartoe bij de gemeente Barendrecht het verzoek binnenkomt.
Maar weinig mensen konden toen vermoeden dat de bouw van Carnisselande voor de deur stond. Burgemeester Van den Brink zou dat echter niet meer meemaken.
Iedere burgemeester heeft zijn eigen stijl, dus ook Van den Brink. De gemeenteraad moest aanvankelijk nogal wennen aan zijn hoge tempo tijdens de vergaderingen. De nieuwe burgemeester hield van opschieten. En dat terwijl men in Barendrecht nog de gewoonte had om de notulen van de vorige vergadering uitgebreid door te nemen. “Ik ben iemand die wat doen moet. Ik ben graag bezig”, zei Van den Brink over zichzelf.
Bij zijn herbenoeming in januari 1988 prees PvdA-raadslid Frank Diepenhorst de burgemeester met ‘uw onpartijdige tolerantie, met uw flexibele leiding, met uw soepele hantering van het reglement van orde en in het bijzonder met uw soms lichtelijk ironische relativeringsvermogen’.
Na het overlijden van de burgemeester in 1989 sprak Diepenhorst als oudste lid van de gemeenteraad een in memoriam uit. Hij zei over burgemeester Van den Brink: “Zijn gepaste zelfbewustzijn en onbevangenheid in spannende situaties verleenden hem een natuurlijk gezag.” En: “Zijn soms wat rechtlijnig streven naar doelmatigheid en voortvarendheid werd ruimschoots gecompenseerd door zijn milde en bij tijd en wijle ontwapenende ironie en zijn relativerend conflictoplossend vermogen.”
Loco-burgemeester Leen Kok (CDA) noemde Van den Brink ‘een uiterst energiek, modern bestuurder, die de problemen niet uit de weg ging, maar die ook de mens centraal bleef stellen’.
Burgemeester Van den Brink noemde zichzelf spontaan en impulsief. Hij was iemand die graag wat te doen had. Hij wilde ook graag rekening houden met de belangen van de regio.
Het besturen van een gemeente zag Van den Brink als het leiden van een bedrijf waarvan hij manager was. Als er een besluit genomen moest worden, kon het er even om spannen. Maar daarna was voor de burgemeester de kous af. Van besluiten nemen kreeg hij geen kick meer, zei Van den Brink in 1985. Hij begon gewoon meteen weer met het voorbereiden van een nieuw besluit.
Over het effect van de besluiten, maakte hij zich niet veel illusies. “Zaken lopen vaak anders dan je denkt en dat is het leuke van mijn vak. Je hebt geen la met kant-en-klare oplossingen, je moet weten te improviseren.”
Al in 1985 had burgemeester Van den Brink het over ontwikkelingen in het centrum van het dorp. Niet alle ideeën die toen leefden, werden later werkelijkheid:
- Raadskelder met een bowlingbaan in de kelder van het vernieuwde gemeentehuis (in die kelder kwam een sportschool).
- de bibliotheek vestigen in de kelder van het gemeentehuis (de burgemeester zei er bij, dat dit niet mogelijk was; de bibliotheek zou ruimte krijgen in Het Kruispunt).
- een cultureel centrum niet bouwen aan de Dorpsstraat, maar in de wijk Molenvliet. Die plek zou centraler liggen in de gemeente (het cultureel centrum kwam als Het Kruispunt aan de Dorpsstraat).
Nadat wethouder Kok in 1988 het plan voor het dorpscentrum had gepresenteerd, werden er door Barendrechters (en door bedrijven) allerlei andere ideeën naar voren gebracht. Enkele voorbeelden van ideeën die het niet haalden:
- de bibliotheek vestigen in een winkelpand aan het Onderlangs, waar Albert Heijn een tijdelijke winkel had (de bibliotheek was hier tegen, omdat ze een prominente plaats in het centrum wilde hebben).
- een cultureel centrum in park Buitenoord. Argument: ‘het park wordt toch nauwelijks gebruikt’. Ook zouden op de plaats van het park parkeerplaatsen kunnen komen.
- een supermarkt van Albert Heijn bij de hoek van de Dorpsstraat met de Lindehoevelaan. Albert Heijn had hiervoor al de bungalow van oud-brandweercommandant Van ’t Hof gekocht (op die plaats kwam geen supermarkt, maar een rijtje winkels met ouderenwoningen erboven).
- een nieuwe vestiging van Super Hagendoorn op dijkniveau van de Middenbaan (die supermarkt kwam er wel, maar benedendijks).
- geen parkeerplaatsen aan de Mr. Lohmanstraat. De daar gevestigde Groen van Prinstererschool (nu: gebouw het Trefpunt) was tegen de parkeerplaatsen. De auto’s zouden de leerlingen afleiden (uiteindelijk kwamen de parkeerplaatsen er wel, de school verhuisde naar de wijk Molenvliet).
Dat ook de bouw van een klein aantal woningen voor grote problemen kan zorgen, ondervindt burgemeester Van den Brink in 1988.
In Smitshoek is dan onderaan de Voordijk een rijtje mooie woningen gebouwd. Normaal besteedt een bouwbedrijf bij zo’n project de aanleg van de bestrating uit aan de gemeente. Daar wordt dan keurig voor betaald.
In het geval van het kleine Smitshoekse project loopt het anders. Het Ridderkerkse bouwbedrijf A. Hooimeijer betaalt de gemeente niet, waardoor er geen bestrating wordt aangelegd. Het bouwbedrijf gaat begin 1988 failliet en de kopers blijven zitten met huizen aan een zandwegje.
De kopers doen een beroep op de gemeente om de bestrating aan te leggen. Die weigert. Er is immers niet voor dat werk betaald. Sterker nog: de gemeente heeft nog geld tegoed van het failliete bouwbedrijf.
De bewoners laten het er niet bij zitten en gaan in december 1988 naar het gemeentehuis. Daar vergadert die avond de gemeenteraad. Zo’n twintig boze bewoners stappen met laarzen en schoenen vol zand en modder het gemeentehuis binnen. Ze laten een flink spoor achter. Dit tot woede van PvdA-wethouder Dirk Vermaat. Die vindt het niet eerlijk dat het personeel van het gemeentehuis de troep van de Smitshoekers moet opruimen.
Het zandwegje in Smitshoek wordt nieuws in de kranten. Het trekt zelfs de aandacht van het NOS-journaal. Voor het journaal wordt burgemeester Van den Brink geïnterviewd bij het omstreden straatje. “Kunt u nog een stapje naar achteren gaan?”, vraagt de cameraman vriendelijk aan de burgemeester. Die blijft gewoon staan. Erg verstandig, want vlak achter burgemeester Van den Brink ligt een diepe plas.
De tv-kijkers zien ’s avonds een wat stijve Barendrechtse burgemeester uitleg doen over de zaak. Dat is altijd nog beter dan beelden van een burgemeester die onder de modder zit.
Alle aandacht voor de bestrating van het straatje laat de burgemeester niet onberoerd. Als de correspondent van Het Zuiden de dag na de journaaluitzending met de burgemeester belt, wordt deze boos. “Bel jij nu ook al!”, bitst Van den Brink. Hij herstelt zich echter snel en zet het gesprek op een normale toon voort.
De bewoners van de huizen worden intussen het wachten zat. Zij leggen zelf een straatje aan. Daar plaatsen ze een spandoek bij met de tekst ‘Dit gesteente is niet van de gemeente.’ En zo is het maar net.
Bij de eerstvolgende begroting van de gemeente blijkt er een meevaller te zijn. Daarop is wethouder van financiën Simon Zuurbier bereid om geld beschikbaar te stellen voor het straatje in Smitshoek. De bewoners zijn op hun beurt bereid om mee te betalen aan het werk.
Snel daarna krijgt het straatje bestrating en straatverlichting. Zand erover.
Toen burgemeester Van den Brink in 1981 naar Barendrecht kwam, kende de gemeente nog veel land- en tuinbouwbedrijven. Wie van Barendrecht naar Smitshoek fietste, zag langs de Voordijk of de Middeldijk kilometerslang aan beide kanten akkers.
In juni 1983 stelde de gemeenteraad van Barendrecht een nieuw bestemmingsplan voor het Buitengebied vast. Daarin werd vastgelegd wat er mocht gebeuren met de grond buiten de woonwijken van Barendrecht en Smitshoek. De gemeenteraad wilde daar vooral de land- en tuinbouw de ruimte geven. Langs de oever van de Waal moest ook gelet worden op de waarde van het landschap.
Burgemeester Van den Brink vond dat de agrarische bedrijven gestimuleerd moesten worden. “Er zijn maar weinig bedrijfstakken die zo’n bijdrage leveren aan de Nederlandse economie. Ook al zijn er woningbouwplannen, grond is er voorlopig genoeg. Aan de polder Nieuw-Reijerwaard is een tuinbouwbestemming gegeven. De veiling ligt ook goed qua ontsluiting. De toekomst zie ik niet somber in.”
Er was in Barendrecht aan het begin van de jaren tachtig nog genoeg ruimte voor tuinbouw, recreatie en bedrijven. Bedrijventerrein Dierenstein was erg in trek bij bedrijven.
“Barendrecht geeft de voorkeur aan schone bedrijven. De bedrijfsterreinen beginnen al aardig vol te raken. We zijn bezig met uitbreiding”, zei de burgemeester in 1983. Op dat moment begon bedrijventerrein Dierenstein vol te raken. Maar geen nood, de gemeente had al grond bij de Gebroken Meeldijk gekocht voor een nieuw bedrijventerrein.
A.M. Overwater: ‘Het Bestuur van Barendrecht 1811 – 2001’, Barendrecht 2001, p. 49;
‘J. van den Brink benoemd tot burgemeester van Barendrecht’, De Schakel, Barendrecht 26 november 1981;
‘Plotseling overlijden burgemeester Van den Brink schokt Barendrecht’, in De Schakel, Barendrecht 2 maart 1989;
‘Discussie over portefeuille burgemeester’, in De Schakel, Barendrecht 13 maart 1986;
‘Vrolijk op bezoek in Barendrecht’, in Het Zuiden, Rotterdam 23 september 1982;
Nico den Otter, geciteerd in De Schakel, Barendrecht 18 december 1981;
Archief Historische Vereniging Barendrecht, map burgemeester Van den Brink;
Informatie over bezuinigingen in De Schakel, Barendrecht 13 januari 1983;
‘Totaalplan voor centrum gereed’, in De Schakel, Barendrecht 30 juni 1988;
Jenny Eshuis: ‘Zaken lopen vaak anders dan je denkt’, in Het Zuiden, Rotterdam 27 december 1985;
‘Buurtbewoners eisen sluiting discotheek’, in De Schakel, Barendrecht 14 november 1988;
‘Club FRR mag verder’,in De Schakel, Barendrecht 1 december 1988;
A.M. Overwater: ‘Het Bestuur van Barendrecht 1811 – 2001’, 2001, p. 63, 72, 75;
Jos Wesdijk: ‘Bezwaren tegen massale bebouwing kop Dorpsstraat’, in De Schakel, Barendrecht 15 december 1988;
Toespraken bij het aantreden van burgemeester J. van den Brink, geciteerd in ‘J. van den Brink benoemd tot burgemeester van Barendrecht’, in De Schakel, Barendrecht 26 november 1981;
J. van den Brink, geciteerd in De Schakel, Barendrecht 13 januari 1983;
J. van den Brink, geciteerd in het Reformatorisch Dagblad, 20 april 1983;
J. van den Brink, geciteerd in De Waalpost, Rotterdam 10 november 1983;
J. van den Brink, geciteerd in Het Zuiden, Rotterdam 27 december 1985;
L. Kok, geciteerd in De Schakel, Barendrecht 27 oktober 1988;
Uitbreiding van Borgstede, vermeld in De Schakel, Barendrecht 8 april 1982;
Plannen voor de Windsingel, vermeld in De Schakel, Barendrecht 17 maart 1988;
Jos Wesdijk: ‘Eigenaren in Smitshoek zijn modderboel zat’, in De Schakel, Barendrecht 22 december 1988;
Arco van der Lee: ‘Mol-bewoners dragen bij in kosten straatverlichting’, in Het Zuiden, Rotterdam 5 oktober 1989;
Telefoongesprek van Arco van der Lee met burgemeester Van den Brink, 1989;
Gemeentevoorlichter Peter van Rijn, die bij de opname voor het NOS-journaal aanwezig was;
‘Minder details in bestemmingsplan Buitengebied’, De Schakel, Barendrecht 2 juni 1983;
Van den Brink, geciteerd in het Reformatorisch Dagblad, 20 april 1983;
De Schakel, Barendrecht 28 januari 1982;
De Schakel, Barendrecht 2 maart 1989;
J. van den Brink, geciteerd in De Waalpost, Rotterdam 13 januari 1983;
J. van den Brink, geciteerd in Het Zuiden, Rotterdam 24 november 1981;