H.M. Barendregt van Charlois

Mr. Hendrik Marinus Barendregt van Charlois (1820 – 1887) werd in 1850 als burgemeester, raadslid en secretaris de opvolger van Pleun de Raadt. Hij was ambachtsheer van Charlois. Barendregt van Charlois was burgemeester van 1850 tot en met 1854. Hij was tegelijkertijd burgemeester van Heerjansdam. Daarna werd hij burgemeester van Charlois en Katendrecht.

Van Barendregt van Charlois is bekend dat hij een zilveren onderscheidingsteken voor de burgemeester liet maken. Een voorloper van de tegenwoordige ambtsketen.

Wat voor welkom kreeg de nieuwe burgemeester?

Burgemeester Barendregt van Charlois kreeg op vrijdag 25 oktober 1850 een groots welkom in Barendrecht. De burgemeester werd hier ingehaald, samen met zijn vrouw J.J.M. Barendregt-Den Beer Poortugaal. Ze waren pas twee weken getrouwd.

De Barendrechters speelden voor hun nieuwe burgemeester de intocht na van Prins Maurits in Oostende, na het winnen van de slag bij Nieuwpoort in 1600. Een optocht met veel paarden dus. Voorop reed Hk. Huijser, verkleed als trompetter van de Hollandse ruiterij.

Na een hele reeks ruiters, herauten en ridders was het de beurt aan ‘een corps van 31 ongehuwde dochters der ingezetenen met de familiewapens van de burgemeester en deszelfs echtgenoot’. Zij werden gevolgd door een statiekoets met  daarin het burgemeestersechtpaar.

De koets van de burgemeester werd gevolgd door stalmeesters, pages, Graaf Ernst van Nassau (C. van der Linden), Justijn van Nassau (P. Barendregt), ridders en hulptroepen.

Hoe veranderde Barendrecht in de tijd dat Barendregt van Charlois burgemeester was?

In de loop van de negentiende eeuw viel de Hervormde Kerk steeds verder uiteen. Ten tijde van Barendregt van Charlois ging dan ook niet iedereen meer op zondag naar de Dorpskerk. Aan de Dorpsstraat kwamen de ‘Christelijke Afgescheidenen’ bijeen in de vlasschuur van Krijn Dorsman en zijn vrouw Ariaantje van der Bie. Voorlopig bleven de meeste mensen de Hervormde Kerk nog trouw. Maar dat zou later veranderen….

In de tijd waarin Barendregt van Charlois burgemeester was, ging het de boeren voor de wind. Het midden van de negentiende eeuw  was een gouden tijd voor de landbouw. Daarom werd ook in Barendrecht nieuw land gewonnen. Dat gebeurde langs de Oude Maas. Rond 1850 ontstonden er plannen om hier de Jan Gerritse polder, de polder Carnisse en de polder Spuiveld in te polderen. Het zou tot 1861 duren voordat deze stukken land een kade (laag dijkje) langs de Oude Maas kregen. Pas toen waren het echte polders.

In de Jan Gerritse polder liggen tegenwoordig het bouwdok van Rijkswaterstaat en de Oude Maasheuvel.

bron

A.M. Overwater: ‘Het Bestuur van Barendrecht 1811 – 2001’, Barendrecht 2001, p. 47;
Knipselarchief Historische Vereniging Barendrecht: map burgemeesters/algemeen en burgemeestersmap H.M. Barendregt van Charlois;
J.E.J. Blinde: ‘De Nederlandse Hervormde Dorpskerk en haar omgeving’, in ‘Kleine Barendrechtse Historiën’, Barendrecht 1986, p. 23, 24;
J. Rietdijk: ‘Van ’t verleden naar ’t heden’, in Barendrechters Verhalen, Barendrecht 1991, p. 63;
Bertus Wouda: In Holland, De Nieuwe Waterstaatsgeschiedenis, nummer 3, 2004, p. 297, 298