J. Bax

Jacobus Bax (1880 – 1942) was burgemeester van Barendrecht van 1911 tot 1940. Voor hem werd het gemeentehuis aan de Dorpsstraat uitgebreid met een burgemeesterskamer.
Bax was lid van de Gereformeerde Kerk.

Toen Bax in 1911 vanuit Willemstad naar Barendrecht kwam, was hij hier in de streek al goed bekend. Hij was in 1908 getrouwd met Elisabeth Visser, dochter van een deftige, rijke vlasboer aan de Gebroken Meeldijk 1 in Rijsoord.
Burgemeester Bax woonde aan de Stationsweg, naast het huis van zijn schoonvader. Die was op zijn oude dag verhuisd naar de Gebroken Meeldijk 113 (nu afgebroken).

Op 1 november 1940 nam burgemeester Bax ontslag. Na zijn aftreden bleef hij in Barendrecht wonen. Hij is hier ook begraven.

Bij het aantreden van zijn opvolgers Beelaerts van Blokland (in 1941) en Brunsveld (in 1943) werd Bax herinnerd als een burgemeester die een zuinig beheer had gevoerd, waardoor de gemeente er goed voorstond.

Relletje rond de komst van burgemeester Bax

Aan de komst van Bax ging een dorpsrel vooraf. Na het vertrek van burgemeester Wijckerheld Bisdom vond bakker P. Pot zich bekwaam genoeg om burgemeester te worden.

Hij solliciteerde naar het ambt. Dat werd algemeen bekend, omdat postbode Lodewickes Kluit de brief opende en het aan deze en gene vertelde. De postbode werd aangeklaagd wegens schending van het briefgeheim. In plaats van bakker Pot, werd burgemeester Bax van Willemstad de nieuwe burgemeester van Barendrecht.

Wat voor dorp was Barendrecht in de tijd van burgemeester Bax?

Barendrecht was in de periode Bax nog een agrarisch en overwegend gereformeerd dorp. In de jaren dertig had de gemeente zo’n 5500 inwoners. Daarvan waren er 2350 gereformeerd. Op zondag gingen ze lopend naar de Bethelkerk.

De Bethelkerk was gebouwd aan de rand van het oude centrum rond de Dorpskerk. In het midden van de negentiende eeuw stonden daar nog maar weinig huizen. In het begin van de twintigste eeuw was de grond langs de Singel en de Dorpsstraat vrijwel helemaal volgebouwd. In de jaren dertig werden langs de 1e Barendrechtseweg luxe woningen gebouwd.

Voor de boeren en tuinders was de veiling erg belangrijk.

Woningen en boerderijen waren vooral te vinden langs de dijken. Vanaf 1930 woonden in de Stationswijk ook mensen die met de trein van en naar hun werk in Rotterdam reisden. Verschillende mensen hadden voor een huis in de Stationswijk meer geld uitgegeven dan ze eigenlijk konden missen. Bijna al hun geld ging op aan het afbetalen van het huis. Er bleef maar weinig over om van te eten. De Stationswijk werd door Barendrechters daarom ook wel spottend ‘de lege borden wijk’ genoemd.

Naast de ‘welstand’ van veel mensen in de de Stationswijk, kende Barendrecht in deze periode ook veel armoede. Van 1929 tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog leed ook Barendrecht onder de grote crisis. Veel mensen waren werkloos geworden.
Om iets voor de armen te doen, werden in 1929 enkele werklozen aan het werk gezet in de Zuidpolder. Daar moest zand van de landerijen worden gehaald. Dat zand zal een gevolg geweest zijn van de overstroming een jaar eerder. Ook in 1933 werden werklozen ingezet bij projecten in de gemeente.

Op 14 december 1931 werd in Utrecht de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) opgericht. Er waren in die tijd veel van dit soort extreem rechtse partijtjes, dus er zal in Barendrecht nauwelijks aandacht aan geschonken zijn. De NSB had voor de oorlog in Barendrecht weinig te betekenen. Tijdens de bezetting door de Duiters veranderde dat.

In 1932 werd gezocht naar een manier waarop noodlijdende boeren en tuinders konden  worden geholpen. Ook zij waren het slachtoffer van de crisis. Burgemeester Bax was betrokken bij het zoeken naar een oplossing.  Ze konden een voorschot krijgen uit de kas van de gemeente.

Aantal inwoners

In de jaren dat J. Bax burgemeester van Barendrecht is, neemt het aantal inwoners langzaam maar zeker toe.

1 januari 1920: 3944 inwoners
1 januari 1925: 4256 inwoners
1 januari 1930: 4799 inwoners
1 januari 1935: 5413 inwoners
1 januari 1940: 5909 inwoners

Wie hadden er stemrecht?

Toen burgemeester Bax in 1911 naar Barendrecht kwam, hadden in Nederland alleen mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden het recht om bij verkiezingen te stemmen. In 1917 veranderde dat: er kwam algemeen kiesrecht. Voortaan hadden alle mannen boven de 22 jaar het recht om te stemmen. Vrouwen mochten nog niet stemmen, maar konden wel gekozen worden. In 1919 wordt ook voor vrouwen het algemeen kiesrecht ingevoerd.

‘Stemt Colijn’

Barendrecht was in de jaren dertig een gereformeerd dorp. Vandaar dat er veel aanhang was voor de ARP, de Anti-Revolutionaire Partij (later opgegaan in het CDA). Leider van die partij was Hendrik Colijn.

Eén van de ARP-aanhangers in het dorp was Cees Jiskoot. Jiskoot huurde de bovenverdieping van een graanpakhuis aan de Dorpsstraat. Het pakhuis stond naast de molen.
Tijdens een verkiezingsstrijd in de jaren dertig wilde Cees Jiskoot, Colijn een handje helpen.
Er werd in zijn pakhuis een luchtballon gemaakt met daaraan een spandoek met de tekst ‘Stemt Colijn’. Het idee was om de ballon boven Rotterdam te laten zweven.

De ballon werd op het dak gelegd en er werd gas van de buren afgetapt. Politieman Jaarsma merkte dat er bij het pakhuis iets aan de hand was. Hij klom naar boven….met een brandende sigaar in zijn mond. “Man, weg met die sigaar!”, werd hem toegeroepen door de mensen die met de ballon bezig waren.
Politieman Jaarsma liet zich niet afschrikken. Hij sneed resoluut de touwen door waarmee de ballon vast zat. Hoewel de ballon nog maar half was gevuld, koos hij toch het luchtruim in de richting van Rotterdam.
Jammer genoeg voor de Barendrechtse ARP’ers kwam de ballon niet verder dan de Dordtsestraatweg.

Hoe veranderde Barendrecht in de periode-Bax?

Woningbouw

Belangrijk voor de woningbouw was de bouw van de Patrimoniumhuizen aan de 2e Barendrechtseweg. Ze werden tussen 1919 en 1921 gebouwd.
Er werden ook op andere plaatsen nieuwe huizen gebouwd:

  • huizen aan de Talmaweg, de eerste blokjes in 1930 en daarna verder gebouwd van 1938 tot 1940.
  • dubbele herenhuizen langs de 1e Barendrechtseweg (tussen de Dorpsstraat en de begraafplaats), rond 1933. Ook aan de 2e Barendrechtseweg werd gebouwd.
  • de eerste drie straten van de Oranjewijk (ook wel Stationswijk genoemd): Emmastraat, Julianastraat en Wilhelminastraat, vanaf ongeveer 1930.
  • woningen aan de Kerkweg.

Veiling

De vele tuinders in en om Barendrecht hadden aan het begin van de vorige eeuw behoefte aan een  betere manier om hun producten aan de man te brengen. Ze maakten lange dagen op het land en moesten op marktdag al om 1.00 uur opstaan om op tijd op de markt in Rotterdam te zijn. Om negen uur was men weer terug en kon het werk op het land beginnen. Dat moest anders worden…..
In 1915 richtten 38 tuinders samen een veiling op. Van de spoorwegen konden ze voor één gulden per jaar grond huren. Daarop werd een schuur neergezet. Zo had Barendrecht een veilinggebouw. De veiling werd een groot succes en groeide uit tot het handelscentrum dat nog steeds in Barendrecht te vinden is. De tegenwoordige Greenery is ontstaan uit de Barendrechtse veiling.
In de tijd van burgemeester Bax waren aardbeien en bloemkool belangrijke producten die in Barendrecht werden verbouwd en geveild.


Oorlog

Aan het eind van de zomer van 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Op 1 augustus werd bekend dat Nederland het leger mobiliseerde. Ook veel Barendrechtse mannen werden opgeroepen om in het leger te gaan. Het nieuws van de mobilisatie zorgde die dag voor drukte in de Dorpsstraat. Daar hing op het gemeentehuis de bekendmaking van de mobilisatie. Op het Dorpsplein was het een drukte met mensen die over het nieuws van gedachten wisselden.
Uiteindelijk zou Nederland buiten de oorlog blijven. Maar tot eind 1918 bleef het leger gemobiliseerd.

Aan het eind van de zomer van 1939 dreigde een nieuwe oorlog in Europa. Op 28 augustus 1939 werd het Nederlandse leger dan ook  gemobiliseerd.
Met de Duitse inval in Polen op 1 september 1939 begon een nieuwe oorlog, die uitgroeide tot  de Tweede Wereldoorlog. Aanvankelijk bleef Nederland buiten de oorlog. Maar op 10 mei 1940 begon ook voor Nederland de oorlog toen Duitsland ons land binnenviel.
In Barendrecht was de oorlog direct dichtbij, omdat Duitse bommenwerpers en parachutisten het vliegveld Waalhaven aanvielen. Later werd er ook gevochten bij de Barendrechtse Brug.

Na het Duitse bombardement op Rotterdam, 14 mei 1940, staakte Nederland de strijd. In Rijsoord werd op woensdag 15 mei 1940 ’s ochtends de capitulatie van Nederland ondertekend. De bezetting was begonnen.
Op 14 mei 1940 werd in Barendrecht noodgeld uitgegeven, omdat er door de oorlog een tekort aan ‘normaal’ geld was ontstaan. Het noodgeld was ondertekend door burgemeester Bax.


Dijkdoorbraak

Op 26 november 1928 was de Achterzeedijk niet bestand tegen een zware storm. De dijk brak door (ter hoogte van de Carnisseweg) en de Zuidpolder liep onder. Er kwamen 45 woningen en 10 boerderijen geheel of gedeeltelijk in het water te staan. Veel producten van boeren en tuinders werden vernield.
De oorzaak van de dijkdoorbraak was waarschijnlijk de buis voor het opspuiten van zand voor de Zuiderbegraafplaats in Rotterdam-Zuid. Deze buis had in het stormseizoen nooit door de dijk mogen blijven lopen. De dag na de overstroming besloot het polderbestuur om de dijk voor 45.000 gulden te herstellen.

Andere ontwikkelingen

In 1915 kreeg het Groene Kruis een eigen onderkomen op de hoek van het Dorpsplein en de Singel (Singel 30). Hier konden de tbc-tenten en het andere materiaal van het Groene Kruis worden opgeslagen. In 1921 kreeg Barendrecht de eerste wijkverpleegster, zuster J.M. Zoetekouw. Het Groene Kruis liet in 1923 een nieuw pand bouwen aan de Singel 32. Dit deed dienst tot 1965.

De bloeiende Gereformeerde Kerk aan de Singel had behoefte aan een nieuw kerkgebouw. Aan het kruispunt van de Barendrechtseweg met de Dorpsstraat werd de Bethelkerk gebouwd. De kerk werd op 21 mei 1925 in gebruik genomen.  De oude Singelkerk werd verkocht en diende jarenlang als garage.

In de Tramput bij de Noldijk werd in 1926 Barendrechts eerste zwembad geopend. Het deed dienst tot 1971.

Van 1929 tot 1933 werd er gewerkt aan de Barendrechtse Brug. De brug werd uitgebreid met een indrukwekkend hefgedeelte, zodat grotere schepen konden passeren.

Aan de Dorpsstraat werd in 1932 een nieuw postkantoor geopend, dat tot 1969 dienst zou doen.

Patrimonium

Woningbouwvereniging Patrimonium werd in 1912 opgericht door de Barendrechtse afdeling van het Nederlandsch Werkliedenverbond Patrimonium. Deze organisatie van christelijke werkgevers en arbeiders, wilde wat doen aan de slechte woningen waarin veel arbeiders moesten leven.

Sinds de invoering van de Woningwet in 1902 was het mogelijk om met subsidie goede woningen te bouwen voor mensen die dat anders niet konden betalen. Dat wilde men ook in Barendrecht. Boer Cornelis den Otter Hzn. werd voorzitter van de woningbouwvereniging. Hij zou dat 41 jaar blijven.

Het kostte Patrimonium moeite om het gemeentebestuur te overtuigen van de noodzaak van haar plannen. Pas van 1919 tot 1921 werden de eerste goede arbeiderswoningen gebouwd aan de 2e Barendrechtseweg. Een reactie van een Barendrechter die de nieuwe huizen voor het eerst zag:’Maar dat zijn toch geen arbeiderswoningen meer!’

In de jaren dertig slaagde Patrimonium erin om zonder steun van de gemeente of het rijk een aantal woningen te bouwen aan de Talmaweg. Een hele prestatie in deze crisistijd.

Pas in 1948 bouwde Patrimonium weer huizen in samenwerking met de gemeente, ook deze maal aan de Talmaweg.

Burgemeester Bax in de oorlog

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was Jacobus Bax burgemeester van Barendrecht. Bij de Duitse inval in Nederland werd onder meer gevochten bij de Barendrechtse Brug en bij Smitshoek. Dichtbij Barendrecht werd Rotterdam gebombardeerd. In de gebouwen van de veiling werden door de Duitsers Nederlandse soldaten als krijgsgevangenen opgesloten. Ook de capitulatie van het Nederlandse leger op 15 mei 1940 vond dichtbij Barendrecht plaats: in een basisschool aan de Rijksstraatweg te Rijsoord.

Burgemeester Bax kreeg nu ook te maken met Duitsers die hem wilden spreken. De burgemeester sprak echter geen Duits, zodat er dan een vertaler gezocht moest worden.

Omdat er door de oorlog in Rotterdam, Middelburg en op enkele andere plaatsen grote verwoestingen waren aangericht, werd er op 15 juni 1940 in heel Nederland een collecte gehouden. In Barendrecht was burgemeester Bax voorzitter van de collecte-commissie.

De burgemeester moet erg onder de indruk zijn geweest van het oorlogsgeweld. Op 28 juni 1940 sprak hij tot de gemeenteraad:
“In de spannende weken die achter ons liggen en die meer van mij hebben gevergd dan sedert mijn 33-jarige ambtsperiode ooit het geval was, dank ik God,  Die mij bijzondere kracht heeft gegeven mijn taak te vervullen en Die onze gemeente tot heden voor ernstige verliezen heeft bewaard.”
De burgemeester dankte wethouder Van der Tholen en het personeel van de gemeente en de politie voor hun inzet in deze moeilijke tijd. “Een bijzonder woord van lof breng ik aan de heren Dekker, Kooyman en Van Drimmelen, voor het zeer vele dat zij hebben verricht voor de verzorging der Nederlandse krijgsgevangenen.”

Op 19 oktober 1940 ondertekende burgemeester Bax de ariërverklaring. Daarbij verklaarde hij dat hij van Germaanse komaf was. De verklaring werd door de bezetter in heel Nederland geëist,om te voorkomen dat er Joden op belangrijke functies zouden blijven zitten. De verklaring werd door veel burgemeesters getekend.

Op 1 november 1940 krijgt burgemeester Bax op eigen verzoek eervol ontslag. De burgemeester kon het niet meer opbrengen om in deze moeilijke tijd zijn werk te doen. Ook na zijn ontslag had hij het er erg moeilijk mee. In 1942 kwam Bax om het leven bij Dordrecht. ‘Een droevig ongeval’, staat in de rouwadvertentie te lezen. Volgens het politierapport was de oud-burgemeester op de fiets en liet hij zich meetrekken door een vrachtauto. Met hoge snelheid verloor Bax het evenwicht en kwam ten val. Hij overleed in een Dordts ziekenhuis.

Bax en een Duitsgezinde prediker

Burgemeester Bax heeft het moeilijk gevonden om als burgemeester te werken tijdens de Duitse bezetting. Hij treedt daarom al snel af. Na zijn aftreden blijft hij in Barendrecht wonen. Hij speelt in die tijd achter de schermen een rol bij het wegwerken van een Duitsgezinde gereformeerde hulpprediker.

Omdat de Gereformeerde Kerk in Barendrecht te groot geworden is om alleen door ds. Oosterveen bediend te worden, wordt op 23 november 1940 een hulpprediker benoemd. Het is kandidaat P. de Bruijn uit Rotterdam-Charlois.
De 24-jarige De Bruijn valt in de smaak bij veel bezoekers van de Bethelkerk. Hij maakt op hen een heel wat frissere indruk dan de oudere dominee Oosterveen. In de kerkdiensten maakt hij echter Duitsgezinde opmerkingen. Hij ziet het communisme als een groter gevaar dan het nazisme van de Duitsers.
Als Duitsland in de zomer van 1941 de Sovjet-Unie binnenvalt, keurt De Bruijn dat goed. “Duitsland wint, de jood Stalin gaat ten onder”, aldus de hulpprediker. Na afloop van de kerkdienst laat ouderling Niemanstsverdriet (oud-wethouder en reserve-officier) de hulpprediker weten dat hij de opmerking afkeurt. Verschillende leden van de Gereformeerde Kerk klagen bij de kerkenraad over De Bruijn. Omdat de hulpprediker niet goed samenwerkt met dominee Oosterveen, wordt de samenwerking per 14 december 1941 opgezegd.

De kerk gaat nu op zoek naar een nieuwe hulpprediker. Dat valt niet mee. In oktober komt er bij de kerkenraad een brief binnen met 128 handtekeningen. Hierin nemen de ondertekenaars het op voor kandidaat De Bruijn.

Na veel vergaderen wordt echter iemand anders kandidaat: dominee Van Noort. Hij heeft nog nooit in de Bethelkerk gepreekt, maar staat goed bekend.

Het is voor de kerkenraad een verrassing dat ds. Van Noort bereid is om naar Barendrecht te komen. Een ouderling merkt op dat er blijkbaar mensen zijn die er bij Van Noort op aangedrongen hebben om naar Barendrecht te komen om te voorkomen dat kandidaat De Bruijn hulprediker blijft.
Inderdaad, kortgeleden zijn er mensen met Van Noort gaan praten. Het zijn ouderling en oud-wethouder Niemantsverdriet en oud-burgemeester Bax. Zij bezoeken dominee Van Noort in Krommenie en vragen hem dringend om naar Barendrecht te komen. Daarbij wijzen ze op de invloed die kandidaat De Bruijn heeft op de gemeente.

De opzet van Niemantsverdriet en Bax slaagt. Bij een stemming onder de gemeenteleden wordt Van Noort gekozen als tweede predikant. De Bruijn kan vertrekken.

Met dominee Van Noort krijgt de Bethelkerk weer een ‘goede’ tweede predikant. Hij moet later in de oorlog zelfs onderduiken.

bron

Jan Onnink: ‘Verhalen rondom De Hoop’, in Contactblad 88, Barendrecht september 2001, p. 5;
‘Inventaris van de archieven  van de gemeente Barendrecht (1888) 1924-1988 (1991)’, W.H.P. Hartgers 2003,  Inleiding p.II;
A.M. Overwater: ‘Het Bestuur van Barendrecht 1811 – 2001’, Barendrecht 2001, p. 47;
Arco van der Lee: ‘De burgemeesters van Barendrecht, deel 2’, in Het Zuiden, 16 juni 2005;
Arco van der Lee: ‘De burgemeesters van Barendrecht, deel 3’, in Het Zuiden, 23 juni 2005;
Arco van der Lee: ‘Lege borden wijk’, in Het Zuiden, 12 september 2007;
Hans Onderwater en Jan van Mastrigt: ‘Schetsen uit de Nacht’, Baarn 1982 p. 160-163, 166;
Inlichtingen van Hans Onderwater over de dood van burgemeester Bax, op basis van het rapport van de Dordtse politie;
J.W.E. Kouw: ‘Naar aanleiding van…een gedenkboekje’ in Contactblad 24, Barendrecht september 1985, p. 11, 12;
F. van Heest en L. de Klerk: ‘Barendrecht in vroeger tijden’, Klaaswaal 1993, p. 15, 31, 40, 41, 52;
J.E.J. Blinde: ‘100 Jaar Gereformeerde Kerk van Barendrecht’, Barendrecht 1987, p. 90;
H. van Herwerden: ‘Naar aanleiding van…maandag 26 november 1928/zondag 1 februari 1953’, in Contactblad 13, Barendrecht december 1982, p. 10, 11;
H. van Herwerden: ‘Toren, het ga je goed!’, in Contactblad 79, Barendrecht juni 1999 p. 12;
B. Wouda: ‘Rendabiliteit van buitengronden’, in Tijdschrift Holland, De Nieuwe Waterstaatsgeschiedenis, nummer 3, 36e jaargang, 2004, p. 299, 300;
Inventaris van de archieven van de gemeente Barendrecht (1888) 1924 – 1988 (1991); 
W.H.P. Hartgers p.131 nrs 3361 en 3362 en  p. 134 nr 3398 en bijschrift foto naast p.174;
P. Groenenboom: ‘De vlassersstelling aan de Gebroken Meeldijk’, in Contactblad 106, Barendrecht juni 2006, p. 21;
Hans Onderwater e.a.: ‘Meer schetsen uit de Nacht’, hoofdstuk 15 ‘Burgemeesters in oorlogstijd’, voorlopige versie (boek verschijnt in 2008);
Marja Visscher: ‘Veiling Barendrecht in vroeger tijden’, Oostvoorne 1995, p. 11 – 19;
J. van Helden: ‘Perikelen rond een tweede predikantsplaats’, in Contactblad 85, Barendrecht december 2000, p.3;
H. van Herwerden: ‘Over mensen en kaarten’, in Contactblad 9, Barendrecht december 1981, p. 13, 15, 17);
‘Het Vaderlandse Geschiedenis Boek’, Waanders/Nationaal Archief 2005, p. 290;
Opmerking over het woonhuis van Bax door J.A. van der Giessen in Contactblad 104, p. 5, Barendrecht december 2005;
J. van Helden: ‘Perikelen rond een tweede predikantsplaats’, in Contactblad 85, Barendrecht december 2000, p. 3 – 9;
‘Patrimonium Barendrecht: 70 jaar’, in De Schakel, Barendrecht 12 augustus 1982