Jhr. V.P.A. Beelaerts van Blokland
Jhr. (jonkheer) Vincent Pieter Adriaan Beelaerts van Blokland (1889 – 1970) werd geboren in Den Haag. In 1919 werd hij burgemeester van Heerjansdam. De jonkheer werd waarnemend burgemeester van Barendrecht na het terugtreden van burgemeester Bax op 1 november 1940.
Op 1 augustus 1941 werd Beelaerts van Blokland burgemeester van Barendrecht. Dit bleef hij tot 25 mei 1943, toen hij door de Duitsers op staande voet werd ontslagen.
Beelaerts van Blokland werd benoemd door secretaris-generaal Frederiks van het Departement van Binnenlandse Zaken. Koningin Wilhelmina was immers in Engeland en kon de benoeming niet ondertekenen.
Na de bevrijding werd Beelaerts van Blokland op 11 mei 1945 door het Militair Gezag herbenoemd als burgemeester. In juni 1945 keerde hij vanuit Laag-Keppel op de fiets terug naar het dorp. Hij bleef burgemeester tot 1954. In de naoorlogse periode was hij geliefd bij de bevolking van het dorp.
Beelaerts van Blokland was Nederlands-hervormd. Hij was lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland.
In de tweede helft van 1941 werd in Nederland het persoonsbewijs ingevoerd. Deze identiteitskaart werd door de gemeente uitgereikt aan alle inwoners van 14 jaar en ouder. Het was een door Nederlanders ontworpen kaart die zeer moeilijk na te maken was. Op het gemeentehuis werd een register bewaard van de persoonsbewijzen die in de gemeente waren uitgereikt. Als iemand was overleden, moest zijn persoonsbewijs op het gemeentehuis worden ingeleverd.
Op bevel van de Duitsers werd op 1 augustus 1941 de burgemeester alleen verantwoordelijk voor het bestuur in een gemeente. Dat gold dus ook voor Barendrecht. De gemeenteraad werd buiten werking gesteld.
Beelaerts zat als burgemeester in oorlogstijd in een moeilijke positie. Als Nederlander wilde hij het de Duitsers niet te gemakkelijk maken. Echter, hij wist dat hij zou worden ontslagen als hij de Duitsers zou tegenwerken. Dan zou hij worden opgevolgd door een burgemeester van de NSB, die volledig met de Duitsers zou meewerken. Zo was Beelaerts van Blokland bij zijn vertrek uit Heerjansdam opgevolgd door de NSB’er C.W. Stern.
De Duitse bezetters waren ontevreden over burgemeester Beelaerts van Blokland. Ze vonden dat hij te weinig aan hun kant stond. In mei 1943 was voor de Duitsers de maat vol. Op verschillende plaatsen in Nederland werd gestaakt, omdat Nederlandse oud-militairen terug moesten naar krijgsgevangenenkampen. De Duitsers waren bang dat de oud-militairen zich tegen de bezetters zouden gaan verzetten.
Ook in Barendrecht werd gestaakt. Boeren weigerden melk te leveren aan de melkfabriek. Daarop werd de burgemeester op 25 mei 1943 ontslagen.
Na zijn ontslag is burgemeester Beelaerts van Blokland nog eens terug geweest op het gemeentehuis aan de Dorpsstraat om een huwelijk te voltrekken. Dat mocht, omdat hij was ontslagen als burgemeester, maar niet als ambtenaar van de burgerlijke stand. De nieuwe NSB-burgemeester Brunsveld had hier bezwaar tegen en waarschuwde de Duitse politie. De oud-burgemeester werd enkele dagen later opgepakt en enige tijd opgesloten.
In de zomer van 1945 stimuleerde burgemeester Beelaerts van Blokland de oprichting van de padvinderij, de tegenwoordige scouting. Scoutinggroep Jhr. Beelaerts van Blokland draagt daarom nog steeds de naam van de burgemeester.
Oorlog
De tramlijn tussen Zwijndrecht en Barendrecht Middeldijk werd gesloten. Toen Beelaerts van Blokland op 1 augustus 1941 burgemeester werd, reden er al geen trams met passagiers meer. Dat vervoer was op 10 april 1941 gestaakt, omdat de Duitsers voor het vervoer tussen Zwijndrecht en Rotterdam een vergunning gaven aan een busbedrijf. Het trambedrijf RTM maakte al geen winst op de lijn naar Zwijndrecht. Toen daar ook nog bussen gingen rijden, stopte de RTM het vervoer van reizigers.
In het najaar van 1941 en 1942 werd de tramlijn nog gebruikt voor het vervoer van suikerbieten. Toen werd de tramlijn opgebroken. De rails werden gebruikt aan de kust. Daar was een spoorlijn nodig naar de verdedigingswerken die de Duitsers lieten bouwen om een landing van de Geallieerden te voorkomen.
Begin mei 1942 kregen de straten van de Oranjewijk nieuwe namen. De straten waren genoemd naar leden van het Koninklijk Huis. Op last van de Duitsers verdwenen de namen van nog levende leden van de koninklijke familie. Deze straten werden naar zeehelden genoemd. Na de bevrijding in 1945 keerden de oude straatnamen terug.
De periode na de bevrijding hadden veel Barendrechters nog te maken met armoede en schaarste. Er werd werk gemaakt van de wederopbouw van het land. Dat moest gebeuren ‘op de oude grondslagen’, maar beter dan voor de oorlog, zo werd in het eerste naoorlogse nummer van weekblad De Schakel gesteld.
Emigratie
Niet iedereen zag z’n toekomst in het weer op te bouwen Nederland. In de naoorlogse jaren emigreerden nogal wat Barendrechters. Vooral naar Canada, maar ook naar de Verenigde Staten. Voor mensen die erover dachten om te emigreren werden regelmatig informatieavonden gehouden.
Herdenking van de oorlog
Als herinnering aan de Barendrechtse verzetsmensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog om het leven kwamen, werd op 4 mei 1948 bij de Dorpskerk een gedenkteken onthuld. Het gedenkteken was niet het eerste oorlogsmonument in de gemeente. Al op 12 mei 1946 onthulde burgemeester Beelaerts van Blokland een gedenksteen in Smitshoek Op 27 september 1952 werd bij de Barendrechtse Brug een gedenkteken onthuld voor de gesneuvelde militairen van het 3e Grensbataljon.
Nederlands-Indië
Toen Nederland in mei 1945 werd bevrijd van de Duitsers, bleef Nederlands-Indië bezet door de Japanners. Na de overgave van Japan, werden grote delen van de kolonie ingenomen door Indonesiërs die onder leiding van Soekarno onafhankelijk wilden worden van Nederland. Er ontstond een oorlog tussen de aanhangers van Soekarno en de Nederlanders.
Aan de strijd in Nederlands-Indië deden ook Barendrechters mee, waarvan er vier sneuvelden.
Op 27 december 1949 erkende Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië.
Watersnood
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 werden Zeeland en de Zuid-Hollandse Eilanden getroffen door de Watersnoodramp. In Barendrecht brak de Achterzeedijk door en liep de Zuidpolder vol tot aan de Middeldijk.
In de loop van de nacht waarschuwde het polderbestuur de bewoners. Als één van de eersten werd de directie van beschuitfabriek Hooimeijer gewaarschuwd, omdat de fabriek in de Zuidpolder lag.
Volgens burgemeester Beelaerts van Blokland was de Achterzeedijk doorgebroken op een plaats (nabij de Barendrechtse Brug) waar de dijk in de oorlog was beschadigd. De Duitsers hadden daar in de dijk loopgraven gegraven. Er was op 31 januari 1953 op die plaats geen materiaal aanwezig om de dijk te versterken.
Na de Watersnoodramp verbleef de Amerikaanse kapitein Culley in het huis van de burgemeester. De Amerikaan hielp met zijn eenheid om hulpgoederen naar de getroffen gebieden rond Barendrecht te krijgen. Over de Barendrechtseweg werden veel hulpgoederen naar de zwaar getroffen Hoeksche Waard vervoerd.
Overigens werd het gat in de Achterzeedijk op 3 februari gesloten. Op 19 februari was de Zuidpolder zover leeggepompt, dat het water weer op het normale niveau stond.
Woningbouw
Na de oorlog wordt Barendrecht uitgebreid met de Zeeheldenbuurt, de Driehoek en een nieuw deel van de Oranjewijk. Daarbij speelt woningbouwvereniging Patrimonium een belangrijke rol. Toen burgemeester Beelaerts van Blokland in 1954 aftrad, waren deze bouwplannen nog niet voltooid.
De groei van Barendrecht blijkt ook uit het aantal inwoners.
1 januari 1945: 7286 inwoners
1 januari 1950: 7264 inwoners
1 januari 1955: 7707 inwoners
Opvallend is dat het aantal inwoners tussen 1945 en 1950 vermindert. En dat ondanks de naoorlogse geboortegolf. De teruggang moet een gevolg zijn van de emigratie.
In september 1953 opent burgemeester Beelaerts van Blokland in de nieuwe Zeeheldenbuurt de nieuwe Openbare Lagere School. Deze kreeg later de naam Reasschool. Op deze plaats staat nu sporthal De Zeeheld in de Evertsenstraat.
Bedrijven
De aanleg van grote bedrijventerreinen zou pas later beginnen. Toch vroeg gemeenteraadslid Rietdijk in 1947 al aandacht voor dit onderwerp. Hij betreurde het, dat er in de begroting van de gemeente geen geld was vrijgemaakt voor de aanleg van een bedrijventerrein. De gemeente zou daarvoor een gunstige ligging hebben.
Burgemeester en wethouders beloofden er nog eens naar te kijken. “Al zijn er zeker bezwaren aan verbonden”, voegden ze eraan toe.
Op 6 maart 1954 opende A. Hooimeijer & Zonen aan de 3e Barendrechtseweg een nieuwe beschuitfabriek. Het was de grootste van Nederland.
Gemeenteraad
Tegenwoordig vergadert de gemeenteraad elke maand. In de tijd van burgemeester Beelaerts van Blokland was dat anders, zo blijkt uit het verslag van de raadsvergadering van 12 juni 1953.
Gemeenteraadslid Van Helden klaagde hier dat de stukken voor de raadsvergaderingen te laat binnenkwamen. De raadsleden waren daardoor van zaken niet op de hoogte.
Van Helden stelde voor om voortaan elke laatste vrijdagavond van de maand een vergadering van de gemeenteraad te houden. Daar voelde burgemeester Beelaerts van Blokland niets voor. Hij wilde alleen vergaderen als dit nodig was. Als er vaker zou worden vergaderd, zou er meer gepraat worden. Bovendien zou dat nog meer werk opleveren voor de ambtenaren.
Toch stemde de gemeentetaad in met het voorstel van Van Helden om vaker te vergaderen, maar dan minder zaken op de agenda te zetten. De zaken zouden dan grondiger behandeld kunnen worden.
Met het op tijd informeren van de gemeenteraad bleef het trouwens behelpen. Tijdens de raadsvergadering van 28 september blijkt dat de raadsleden in De Schakel hebben moeten lezen dat de verbouwing van het gemeentehuis niet doorgaat.
Gedenkteken Doormanplein
Als herinnering aan de Barendrechtse verzetsmensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog om het leven kwamen, is op 4 mei 1948 bij de Dorpskerk een gedenkteken onthuld. Daarop staan de namen van Bastiaan Moekestorm, Jacob van der Linden, Cornelis Keijzer, Jan Veldhoen, Marinus Maasdam, Jan Barendregt, Jan Gouman, Jan Prooi en Albert Eriks. Het gedenkteken is onthuld door Corrie Keijzer en Cok Veldhoen.
Gedenksteen Smitshoek
Het gedenkteken bij de Dorpskerk was niet het eerste oorlogsmonument in de gemeente. Al op 12 mei 1946 onthult burgemeester Beelaerts van Blokland een gedenksteen in Smitshoek. De steen wordt geplaatst in de gevel van de basisschool aan de Bakkersdijk. Het gedenkteken herinnert aan Han Lansdorp en Jaap Nederveen, twee militairen van de Vierde Batterij Luchtdoelartillerie die op 10 mei 1940 zijn gesneuveld. Omdat de Nederlandse militairen bij het uitbreken van de oorlog zijn ondergebracht bij Smitshoekse gezinnen, heeft hun dood veel indruk gemaakt.
Nog tot 1997 is er in Smitshoek een jaarlijkse herdenking met militairen die hier in 1940 hebben gevochten. Wegens de hoge leeftijd en slechte gezondheid van de overgebleven oud-militairen is toen besloten om de jaarlijkse herdenking te staken.
Na de sloop van het schoolgebouw heeft de steen in 2002 een nieuwe plaats gekregen voor de Rehobothkerk.
Monument Barendrechtse Brug
Op 27 september 1952 wordt bij de Barendrechtse Brug een gedenkteken onthuld voor de gesneuvelde militairen van het 3e Grensbataljon. Deze eenheid vecht in mei 1940 bij de brug en in de Hoeksche Waard tegen de Duitsers. Eén van de omgekomen militairen die hier worden herdacht komt uit Barendrecht: Marius Cornelis van de Merwe.
Het monument staat aanvankelijk aan de Heinenoordse kant van de brug. In 1969 wordt het verplaatst naar de tuin van de brugwachter naast de Barendrechtse oprit. De verplaatsing houdt verband met de afbraak van de brug. Omdat er jaarlijks een herdenking wordt gehouden bij de Velo-fabriek, werd het monument aan die kant van de rivier geplaatst. Deze jaarlijkse herdenking wordt niet meer gehouden.
Het monument is ontworpen en vervaardigd door de Rotterdamse beeldhouwer H. Gils.
Plaquette station
Voor C. van Die en A. Kastelijn, de twee omgekomen Barendrechtse medewerkers van de Nederlandse Spoorwegen, heeft NS een plaquette laten maken, die was bevestigd op een muur van het station. Bij de sloop van het station in 2004 is de plaquette verdwenen. Hij is teruggeplaatst in het station dat in 2007 officieel werd geopend.
Gedenkplaten slachtoffers buiten Europa
In 1995 worden aan het oorlogsmonument op het Doormanplein twee gedenkplaten toegevoegd. Hierop staan de namen van Barendrechters die het leven verloren buiten Europa. Het gaat zowel om slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog als om slachtoffers van de strijd in Nederlands-Indië tot 1950.
De gedenkplaten komen er, ondanks bezwaren van het ‘Comité 4 mei herdenking’, dat voorstelt ze te plaatsen op de begraafplaats aan de Scheldestraat. “We nemen geen genoegen met een tweederangs plaats”, reageert een veteraan. De Indië-veteranen krijgen hun zin.
Op deze platen staan de namen van
Leo Bravenboer, Gerrit Schop, Leendert van der Leer, Pieter Stok, T.A. de Haan, Pons de Kok, Jacob Adrianus van Huuksloot, Jacob van der Hoek, Klaas Vos en Cornelis Booij.
Gedenkplaat boerderij Jiskoot
Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de boerderij van de familie Jiskoot aan de Dorpsstraat een schuilplaats van de verzetsgroep van Johannes Post. Ook zitten hier mensen ondergedoken.
De boerderij doorstaat na de oorlog jarenlang alle veranderingen in het dorp. In 1995 is het een eenzaam boerenpand geworden tussen de winkels van de Middenbaan. Schuin ertegenover is theater Het Kruispunt gebouwd. Niemand maakt zich zorgen om het boerderijtje, totdat het in 1995 wordt gekocht door de Barendrechtse aannemer Dubbeldam. Deze wil de boerderij van Jiskoot slopen en er een pand voor kantoren en winkels bouwen.
In de gemeenteraad wordt onder leiding van de VVD geprobeerd om de sloop te voorkomen. Dat mislukt echter. Op de plaats van de boerderij mogen al sinds 1959 winkels worden gebouwd. Dat blijkt al jarenlang in het bestemmingsplan te staan. Bovendien is de boerderij de laatste jaren niet goed meer onderhouden.
De sloop kan niet worden tegengehouden. Op de plaats van de boerderij komen inderdaad winkels en kantoren. In de muur op de hoek van de Middenbaan en de Binnenlandsebaan wordt door de aannemer een gedenkplaat geplaatst. Daarop staat een afbeelding van de boerderij en een tekst.
Gedenksteen Geallieerde vliegers
In 2004 wordt nog een gedenksteen toegevoegd aan het monument op het Doormanplein. Hierop staan de namen van de Geallieerde vliegers die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Barendrecht het leven verloren: de Australiër Jack Dawson Green en de Amerikanen Robert W. Lajoie, Leo R. Coyle jr., Darrell A. Waas en Raymond G. Theisen. Het graf van Green bevindt zich op de begraafplaats aan de Maasstraat.
Straatnamen Vrijheidsakker
In de wijk Vrijheidsakker zijn de straten vernoemd naar Barendrechters en Rotterdammers die zijn omgekomen bij het verzet in de Tweede Wereldoorlog. De straatnaamborden zijn onthuld op 15 april 2006. Die onthulling gebeurde door de burgemeesters Jan van Belzen (Barendrecht) en Ivo Opstelten (Rotterdam).
De volgende straten zijn genoemd naar Barendrechtse verzetsmensen:
Gouman-akker, Van Duin-akker, Maasdam-akker, Keijzer-akker, Veldhoen-akker, Eriks-akker, Moekestorm-akker, Van der Linden-akker en Barendregt-akker. De meeste van deze namen staan ook vermeld op het oorlogsmonument bij het Doormanplein.
Burgemeester Beelaerts van Blokland heeft voordat hij in 1943 wordt ontslagen beloofd, dat hij het huwelijk zal voltrekken tussen J. Overwater en H.W. Huijser. Voordat het zover is, wordt de burgemeester door de Duitsers ontslagen.
De Duitsers en de nieuwe burgemeester Brunsveld begrijpen niet dat ze Beelaerts van Blokland wel als burgemeester hebben ontslagen, maar…niet als ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij kan dus zijn afspraak met het bruidspaar nakomen.
Gemeentesecretaris Groeneweg treft de voorbereidingen voor het huwelijk, zonder iets met burgemeester Brunsveld te overleggen.
Op 17 november komt de ontslagen burgemeester Beelaerts van Blokland vanuit zijn nieuwe woonplaats Laag-Keppel naar het gemeentehuis in de Dorpsstraat om daar het huwelijk te voltrekken. Bruid en bruidegom hebben veel familie en vrienden. Bovendien is het bij veel mensen bekend wie het huwelijk zal voltrekken. Het wordt dus erg druk in de Dorpsstraat en in de raadzaal.
Burgemeester Brunsveld is verrast door de drukte. Hij gaat kijken wat er aan de hand is. Hij ontdekt dat de ontslagen burgemeester een huwelijk voltrekt. Hij waarschuwt de Sicherheitsdienst, de Duitse politie.
De volgende dag wordt gemeentesecretaris Groeneweg door de politie opgepakt en opgesloten in een cel achter het gemeentehuis. Een dag later wordt hij naar Rotterdam gebracht, waar hij opgesloten wordt op het politiebureau aan het Haagsche Veer.
De oud-burgemeester is op tijd vertrokken uit Barendrecht. Uit angst om opgepakt te worden, verblijft hij niet thuis maar in de buurt van Laag-Keppel. Toch wordt ook hij gepakt, herinnert zijn zoon zich later. ‘Toen mijn moeder van de heer Sachtleven – de jager op landgoed Hagen – een haas had gekregen, was de verleiding om daarvan te genieten zo groot, dat hij deze thuis ging opeten. Tijdens de maaltijd werden de drie uitgangen van het huis in de Dorpsstraat van Laag-Keppel door de politie - NSB’ers - zodanig omsingeld dat ontkomen niet meer mogelijk was.”
Beelaerts van Blokland wordt opgesloten in Hoog-Keppel. Daar sterft hij bijna door de rook uit een slecht brandende kolenkachel. Hij wordt de volgende dag naar Rotterdam gebracht om verhoord te worden door de Sicherheitsdienst. De Duitsers blijken niet te weten dat hij als ambtenaar van de burgerlijke stand het recht heeft om het huwelijk te sluiten.
Terwijl haar man gevangen zit, reist mevrouw Beelaerts van Blokland naar Den Haag. Daar legt ze aan de Beauftragte (de Duitser die de Commissaris van de Koningin vervangt) uit waarom haar man het huwelijk mocht sluiten. Na dit gesprek worden oud-burgemeester Beelaerts van Blokland en later (op 24 november) ook gemeentesecretaris Groeneweg vrijgelaten.
De beschuitfabriek Hooimeijer was in 1953 één van de bekendste bedrijven van Barendrecht. De fabriek kwam onder water te staan toen tijdens de Watersnood de Achterzeedijk doorbrak. Door een gat in de dijk nabij de Barendrechtse Brug stroomde de Zuidpolder vol, waarin onder meer de fabriek stond. Het water stond na enkele uren 1,60 meter hoog, zodat er met een roeiboot door de fabriek gevaren kon worden.
De dijkdoorbraak kwam helemaal niet als een verrassing. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 werd de directie van de fabriek om 2.30 uur door de politie gewekt. Er moest rekening worden gehouden met hoog water in de polder.
Al snel werd duidelijk dat een complete overstroming van de polder dreigde. De voorzitter van de veiling stelde een loods beschikbaar. Daarop werd beschuit die voor aflevering in de fabriek gereed stond naar de veiling gebracht. Ook de administratie en de kantoormachines konden naar de veiling worden overgebracht. Ja, zelfs verpakkingsmateriaal werd tijdig uit de fabriek weggehaald. De directie hield er namelijk rekening mee, dat er een tijdlang uit andere fabrieken beschuit zou moeten worden gekocht. Dat kon dan verpakt worden als Hooimeijer beschuit. Uiteindelijk brak de dijk om 7.15 uur door.
Niet alles kon worden gered voordat het water de fabriek bereikte. In de fabriek lag 350 ton bloem. Daarvan bleef 150 ton droog. In de praktijk zag dat er zo uit: de zakken bloem lagen tien hoog opgestapeld. Alleen de bovenste vier lagen bleven droog.
Terwijl de fabriek vol water liep, overlegde de directie met andere beschuitfabrieken. ’s Avonds hadden reeds acht fabrieken beloofd dat ze voor Hooimeijer wilden produceren. Het was dus goed dat al het verpakkingsmateriaal tijdig in veiligheid was gebracht.
Omdat in de fabriek het water 1,60 meter hoog stond, konden de medewerkers van Hooimeijer aanvankelijk weinig doen om nog meer spullen te redden. Uit het Westland werd echter een polderschuit gehaald. Daarmee werd door de fabriek gevaren en werd bergingswerk gedaan.
Zolang de fabriek vol water stond, kreeg het personeel wachtgeld van het Gemeenschappelijk Administratiekantoor.
Het werd nu zaak om de Zuidpolder weer droog te krijgen. Gelukkig waren de motoren van het gemaal aan de Achterzeedijk gespaard gebleven. Alleen... daar was geen stroom. Daarop werd een stroomkabel gelegd uit Blaaksedijk, over de Barendrechtse Brug naar het gemaal aan de Achterzeedijk. Als de brug omhoog moest, werd de stroom onderbroken. Als er een schip in aantocht was, ging er een koerier naar het gemaal met de mededeling dat de motoren moesten worden uitgezet. Pas daarna kon de brug open.
Het leegpompen van de polder ging Hooimeijer niet snel genoeg. Na een oproep via de radio kon het bedrijf een pomp in Uithoorn halen. Een firma in Sliedrecht stelde pijpen beschikbaar. Met al dat materiaal kon er nog meer water uit de polder worden gepompt. Eind februari was de fabriek weer droog. Daarop werden de machines gedemonteerd. Eind april was een deel van de fabriek weer in bedrijf. De fabriek leed door de Watersnood anderhalf miljoen gulden schade. Hiervan werd een half miljoen door de verzekering gedekt. Het Rijk betaalde zeven ton.
Diefstal is van alle tijden. Zo is in De Schakel van 19 januari 1952 te lezen dat in Barendrecht en Heerjansdam koperdraad en aardgeleidingsdraad gestolen is. De dieven hebben lef, want de buit is afkomstig van de bovenleiding van de spoorlijn en van hoogspanningsmasten. “Een onderzoek wordt daarnaar ingesteld”, meldt de krant.
Het onderzoek van de politie heeft resultaat, zo is in De Schakel van 2 februari 1952 te lezen. Tegen de Rotterdammers J. en P. is proces-verbaal opgemaakt. Zij worden verdacht van de diefstal. Ook tegen hun stadgenoot K. maakt de politie proces-verbaal op. Hij wordt beschuldigd van heling.
A.M. Overwater: ‘Het Bestuur van Barendrecht 1811 – 2001’, Barendrecht 2001, p. 47;
Arco van der Lee: ‘De burgemeesters van Barendrecht, deel 3’, in Het Zuiden, 23 juni 2005;
Jhr. V.J.G. Beelaerts van Blokland: 'Een huwelijksvoltrekking in oorlogstijd', in Contactblad nr.97, p. 8-9, Barendrecht maart 2004;
Janos den Ouden: ‘Jonkheer Beelaerts van Blokland was een markant burgemeester’, Maasstad (editie Waalpost), 4 augustus 2005;
F. van Heest en L. de Klerk: ‘Barendrecht in Vroeger Tijden’, Klaaswaal 1993, p.71;
Ted van der Pluijm: ‘De wijde wereld in’, De Schakel, Barendrecht, juni 2002;
Ted van der Pluijm: ‘Kindertijd bij dorp en dijk’, ’s Gravenhage en Chiusdino 2002, p. 93;
Hans Onderwater en Jan van Mastrigt: ‘Schetsen uit de Nacht’, Baarn 1982 p. 163 – 165, 180.
Dr. L. de Jong; ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’, deel 5 eerste helft, ’s Gravenhage 1974, p. 428, 429;
Hans Onderwater e.a.: ‘Meer schetsen uit de Nacht’, hoofdstuk 15 ‘Burgemeesters in oorlogstijd’, voorlopige versie (boek verschijnt in 2008);
Cor Boelhouwers: ‘De Blokkendoos’, Ouddorp 2004, p. 36, 37;
Inventaris van de archieven van de gemeente Barendrecht (1888) 1924 – 1988 (1991), W.H.P. Hartgers p. 76 no 2573, Inleiding. A. Geschiedenis van de gemeente Barendrecht p. IV;
A.M. Overwater: ‘De gevallenen van Barendrecht herdacht op 4 mei’, Barendrecht 1988, p.7, 10 - 14, 19, 21;
A.M. Overwater: ‘Vroegere straatnamen’, in Contactblad 30, Barendrecht maart 1987, p. 21;
Beelaerts van Blokland geciteerd over de Watersnood in een verslag van de gemeenteraadsvergadering, De Schakel, Barendrecht 19 februari 1953;
‘De Doorbraak’, uitgave Waterschap IJsselmonde, gemeente Barendrecht en Historische Vereniging Barendrecht, 2003, p. 4;
Jan Hogeweg: ‘Gedenksteen moet in Smitshoek blijven’, ingezonden brief in De Schakel, Barendrecht 7 februari 2002;
Jan Hogeweg: ‘Geschiedenis van de Smitshoekse gedenksteen’, in Het Zuiden, Rotterdam 2002 – datum onbekend-;
Verslag van de begrotingsbehandeling in de gemeenteraad van 19 februari 1947, in De Schakel, Barendrecht 1 maart 1947;
Verslag van de onthulling van het oorlogsmonument, in De Schakel, Barendrecht 8 mei 1948;
Verslag van de onthulling van het oorlogsmonument bij de Barendrechtse Brug, in De Schakel, Barendrecht 4 oktober 1952;
Verslag van de raadsvergadering van 12 juni 1953, in De Schakel, Barendrecht 20 juni 1953;
Verslag van de raadsvergadering van 28 september 1953, in De Schakel, Barendrecht 3 oktober 1953;
De Schakel, Barendrecht 18 augustus 1945;
Opening van de nieuwe lagere school, vermeld in De Schakel, Barendrecht 12 september 1953;
Informatie over emigratie is onder meer te vinden in De Schakel, Barendrecht 2 augustus 1952, 17 oktober 1953, 23 december 1953 –landbouw- en 24 juli 1954 – tuinbouw- ;
Aandacht voor de opening van de nieuwe fabriek van Hooimeijer in De Schakel, Barendrecht 27 februari, 6 maart en 13 maart 1954;
A.M. Overwater: ‘Verzetsmensen vernoemd in Vrijheidsakker in Barendrecht, Barendrecht 2006, p, 2 – 5;
‘Wijk eert verzetshelden’, in Het Zuiden 19 april 2006;
‘Smitshoekse gedenksteen wordt opnieuw onthuld’, in Het Zuiden, 17 oktober 2002;
verplaatsing van het gedenkteken bij de Barendrechtse Brug, vermeld in De Schakel, Barendrecht 14 augustus 1969;
Jos Wesdijk: ‘Smitshoekse luchtdoelartilleristen houden laatste reünie’, in Rotterdams Dagblad, 2 mei 1997;
Willem-Jan Joachems: ‘Herinnering aan Indië moet levendig blijven’, in Rotterdams Dagblad, 21 juni 1995;
‘Groeiend verzet tegen sloop historische boerderij’, Reformatorisch Dagblad, 16 maart 1995;
Jhr. V.J.G. Beelaerts van Blokland: 'Een huwelijksvoltrekking in oorlogstijd', in Contactblad nr.97, p. 8-9, Barendrecht maart 2004;
P. Groeneweg: ‘Jonkheer niet in concentratiekamp, ingezonden brief in Maasstad (editie Waalpost), 18 augustus 2005;
Berichten in De Schakel, Barendrecht 19 januari en 2 februari 1952;
Archief Historische
Vereniging Barendrecht – bij de vereniging zijn mappen met documenten en
knipsels aanwezig die afkomstig zijn van de fabriek;
‘Hoe ging
het bij A. Hooimeijer en Zonen N.V.’, in De Schakel, Barendrecht 14 februari
1953;
‘Hooimeijer
te Barendrecht is watersnood te boven’, in De Rotterdammer, 19 september 1953;
‘In de hoofdrol Hooimeijer. Kroniek van een beschuitfabriek', documentaire Historische Vereniging Barendrecht, 2013;