De tram naar Zwijndrecht
Tussen 1904 en 1941 kende Barendrecht nog een tweede tramlijn: de lijn tussen Middeldijk en Zwijndrecht. Ook deze lijn was van de RTM. Maar anders dan de tramlijn tussen Rotterdam en de Barendrechtse Brug, is van de lijn naar Zwijndrecht tegenwoordig weinig meer terug te vinden.
De tramlijn tussen Middeldijk en Zwijndrecht was bedoeld als snelle verbinding tussen de Hoeksche Waard en Dordrecht. Reizigers uit de Hoeksche Waard konden op station Middeldijk overstappen op de tram naar Zwijndrecht. Het eindpunt van de tram was op het Veerplein in Zwijndrecht. Daar konden de reizigers het veer nemen naar de binnenstad van Dordrecht. Voor reizigers was dit een hele omweg, maar voor goederen maakte dit niet uit. Over deze lijn vervoerde de RTM onder meer mest, suikerbieten, vlas, vee en land- en tuinbouwproducten.
Na vertrek vanaf station Middeldijk maakte de tram een bocht naar het oosten en reed dan onderaan langs de Middeldijk. De tram kruiste dan de 3e Barendrechtseweg. Een gevaarlijke oversteek, want er vonden wel eens aanrijdingen plaats.
Aan het eind van de Middeldijk stak de tram de Ziedewijdsche Dijk over. Hier was een halte.
Daarna begon het spectaculairste deel van deze tramlijn: de tram reed een oprit op en kruiste via een grote stalen brug de spoorlijn. De brug lag ongeveer op de plaats waar nu de Boezemweg in een tunnel onder het spoor doorgaat. Hier is ook nog te zien waar de grond voor de op- en afritten van de brug vandaan kwam: uit de Tramput. Deze plas deed jarenlang dienst als zwembad en is nu nog in gebruik als visvijver.
W.A. den Otter, die in de omgeving van de brug woonde, herinnerde zich later dat hij ‘menigmaal had gezien, dat de tram de stijging van de op het viaduct toelopende dijk niet haalde, en dan terug moest, geheel voorbij de Ziedewijdsedijk’. De machinist liet de tram dan een nieuwe aanloop nemen. Meestal met meer succes.
Aan de overkant van de brug kwam de tram na een lange afrit terecht op de Noldijk, tegenover boerderij De Wevershoeve. Hier lag vanaf 1925 de halte Wevershoek. De Wevershoeve is tegenwoordig een restaurant met daarnaast een strandje.
Opvallend genoeg was bij De Wevershoeve geen aansluiting op de veiling of op het spoorwegstation Barendrecht. Vanaf de Boezemweg is nog steeds goed zichtbaar hoe het tramspoor aansloot op de Noldijk.
Aan het einde van de Noldijk stak de tram de Rijksstraatweg over en reed dan links van deze weg in de richting van Rijsoord.
Langs de Rijksstraatweg in Rijsoord ligt nu een fietspad op de plaats waar eens de tramlijn lag.
De reis van Middeldijk naar Zwijndrecht duurde zo’n drie kwartier. De tramlijn had vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw veel concurrentie van autobussen, die de afstand van Rotterdam naar Rijsoord en Zwijndrecht sneller aflegden.
Er reisden steeds minder mensen met de tram. Door het drukkere wegverkeer gebeurden er bovendien ook meer ongelukken. Veel inwoners van Rijsoord en Zwijndrecht wilden dat de tram zou verdwijnen.
De tramlijn tussen Middeldijk en Zwijndrecht werd in 1941 gesloten. Dat had niets te maken met de klachten van bewoners. Tijdens de Duitse bezetting van Nederland werd besloten het personenvervoer tussen Zwijndrecht en Rotterdam toe te wijzen aan een busmaatschappij. Daarop staakte de RTM op 10 april 1941 het personenvervoer over de tramlijn. In het najaar van 1941 zijn er waarschijnlijk nog suikerbieten over de lijn vervoerd.
Eind 1942 is de spoorlijn afgebroken. De rails werden door de Duitsers gebruikt voor hun verdedigingswerken aan de kust. De indrukwekkende brug over de spoorlijn is in 1944 bij een bombardement vernietigd.
Restant van het spoor
De trams van de RTM waren meer dan een halve eeuw lang een dagelijks verschijnsel in Barendrecht. Toen het vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw steeds drukker werd op de weg, nam het aantal ongelukken met de tram toe. Vooral in Rotterdam-Zuid kreeg de tram de bijnaam ‘de moordenaar’ of ‘het moordenaartje’.
De tram die tussen Middeldijk en Zwijndrecht reed werd vanaf de jaren dertig ook wel ‘moordenaar’ genoemd. Die naam werd vooral in Rijsoord en Zwijndrecht gebruikt. In Barendrecht had men het vooral over ‘de brokkendoos’. Die naam dankte de tram aan de vorm van de locomotieven: dat waren op die lijn meestel vierkante machientjes. Ze leken wel wat op vierkante blikjes waarin snoepjes (brokjes) werden bewaard. De tram naar Zwijndrecht werd in Barendrecht ook wel ‘het zwijntje’ genoemd.
Cor Boelhouwers; ‘De Blokkendoos’,Ouddorp 2004, p.3, 4,9,13, 27, 33, 34, 36, 45, 54, 55;
H. van Herwerden: ‘Ruim honderd jaar spoor in en om Barendrecht (3), in Contactblad, Barendrecht, 24 april 1985, p.14;
Mark Grootendorst: ‘Het trammaterieel van de Recreatief Toeristische Museumlijn Grevelingen’, Hellevoetsluis 1992, p. 7,8;
Cor Boelhouwers; ‘De Blokkendoos’,Ouddorp 2004, p.38, 50;
Inlichtingen van A.G. van de Garde, Historische Vereniging Barendrecht;