Hooimeijer
Waar is Barendrecht tegenwoordig bekend om? Woningen, grote plannen die wel of niet doorgaan (opslag van CO2, Betuweroute) en sport (BVV, Inge de Bruijn) zijn de dingen die bij het noemen van de naam ‘Barendrecht’ het eerst naar voren komen. Probeer het maar eens uit op een verjaardag.
Nou, dat was vroeger wel anders! Aardbeien, wasmachines van Velo en een grote brug (file!) waren dingen waarmee Barendrecht in verband werd gebracht. Maar misschien nog wel het meest met de beschuit van Hooimeijer.
Hooimeijer is van oorsprong geen Barendrechts bedrijf. In 1905 startte Arie Hooimeijer in Rotterdam-Zuid een brood-, beschuit- en kleingoedbakkerij. Het bedrijf specialiseerde zich gaandeweg in beschuit en koekjes.
In 1933 verhuisde A. Hooimeijer & Zonen naar Barendrecht. Daar werd een moderne bakkerij gebouwd aan de 3e Barendrechtseweg. Een mooie plek voor het bedrijf, want de Barendrechtseweg was toen de hoofdweg tussen Rotterdam-Zuid en de Zuid-Hollandse Eilanden. Vlakbij de fabriek lag de Barendrechtse Brug.
De beschuitfabriek stond op vrij korte afstand van de Barendrechtse Brug. Dit was tijdens de Tweede Wereldoorlog een belangrijk gebied. Toen de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen, hadden ze de Barendrechtse oever van de Oude Maas al snel in handen.
In 1945 waren de rollen omgedraaid. Directeur J. Hooimeijer bewaakte toen met andere leden van de Binnenlandse Strijdkrachten de Barendrechtse Brug. De eerste Canadezen kwamen pas op 8 mei 1945 naar Barendrecht, terwijl de Duitsers zich al op 6 mei in Wageningen hadden overgegeven. Er volgden enkele dagen waarin Barendrecht niet meer bezet was, maar ook nog niet bevrijd. Bij de Barendrechtse Brug werd het pragmatisch opgelost. De Duitsers haalden hun mitrailleurs bij de brug weg en trokken zich terug op het terrein van wasmachinefabriek Velo. Barendrechters die zich hadden aangesloten bij de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) betrokken de wacht bij de brug. Het verhaal gaat dat er bij de brug zowel door Duitsers als door BS’ers de wacht werd gehouden. Twee uur op, twee uur af.
Ook Barendrecht werd in 1953 getroffen door de Watersnood. De Achterzeedijk bezweek nabij de Barendrechtse Brug en daardoor stroomde de Zuidpolder vol. Daardoor kwam ook de beschuitfabriek van Hooimeijer onder water te staan. Het water stond 1,60 meter hoog, zodat er met een roeiboot door de fabriek gevaren kon worden.
De dijkdoorbraak kwam helemaal niet als een verrassing. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 werd de directie van de fabriek om 2.30 uur door de politie gewekt. Er moest rekening worden gehouden met hoog water in de polder. Al snel werd duidelijk dat een complete overstroming van de polder dreigde. De voorzitter van de veiling stelde een loods beschikbaar. Daarop werd beschuit die voor aflevering in de fabriek gereed stond naar de veiling gebracht. Ook de administratie en de kantoormachines konden naar de veiling worden overgebracht. Ja, zelfs verpakkingsmateriaal werd tijdig uit de fabriek weggehaald. De directie hield er namelijk rekening mee, dat er een tijd lang uit andere fabrieken beschuit zou moeten worden gekocht. Dat kon dan verpakt worden als Hooimeijer beschuit. Uiteindelijk brak de dijk om 7.15 uur door.
Uit de fabriek kon niet alles worden gered voordat het water kwam. In de fabriek lag 350 ton bloem. Daarvan bleef 150 ton droog. In de praktijk zag dat er zo uit: de zakken bloem lagen tien hoog opgestapeld. Alleen de bovenste vier lagen bleven droog. De machines stonden onbruikbaar in het water.
Terwijl de fabriek vol water liep, overlegde de directie met andere beschuitfabrieken. ’s Avonds hadden reeds acht fabrieken beloofd dat ze voor Hooimeijer wilden produceren. Het was dus goed dat al het verpakkingsmateriaal tijdig in veiligheid was gebracht.
Omdat in de fabriek het water 1,60 meter hoog stond, konden de medewerkers van Hooimeijer aanvankelijk weinig doen om nog meer spullen te redden. Uit het Westland werd echter een polderschuit gehaald. Daarmee werd door de fabriek gevaren en werd bergingswerk gedaan.
Zolang de fabriek vol water stond, kreeg het personeel wachtgeld van het Gemeenschappelijk Administratiekantoor.
Het werd nu zaak om de Zuidpolder weer droog te krijgen. Gelukkig waren de motoren van het gemaal aan de Achterzeedijk gespaard gebleven. Alleen... daar was geen stroom. Daarop werd een stroomkabel gelegd uit Blaaksedijk, over de Barendrechtse Brug naar het gemaal aan de Achterzeedijk. Als de brug omhoog moest, werd de stroom onderbroken. Als er een schip in aantocht was, ging er een koerier naar het gemaal met de mededeling dat de motoren moesten worden uitgezet. Pas daarna kon de brug open.
Het leegpompen van de polder ging Hooimeijer niet snel genoeg. Na een oproep via de radio kon het bedrijf een pomp in Uithoorn halen. Een firma in Sliedrecht stelde pijpen beschikbaar. Met al dat materiaal kon er nog meer water uit de polder worden gepompt. Eind februari was de fabriek weer droog. Daarop werden de machines gedemonteerd. Eind april was een deel van de fabriek weer in bedrijf. De fabriek leed door de Watersnood anderhalf miljoen gulden schade. Hiervan werd een half miljoen door de verzekering gedekt. Het Rijk betaalde zeven ton.
Op 6 maart 1954 opende A. Hooimeijer & Zonen aan de 3e Barendrechtseweg een nieuwe beschuitfabriek. Het was destijds de grootste van Nederland. Een jaar later werd het 50-jarig bestaan van het bedrijf gevierd. Trots werden de vrachtwagens, het personeelsbusje, de auto’s van de vertegenwoordigers en de grote Amerikaanse auto’s van de directie voor de fabriek geparkeerd.
Deze grote en moderne Mercedes vrachtwagens reden, vaak voorzien van een aanhanger, door het hele land om de producten van Hooimeijer naar de afnemers te brengen.
De beschuitfabriek is een aantal malen getroffen door brand. Zo was er in 1959 een grote brand. De fabriek produceerde toen 30 procent voor de Engelse markt. Concurrenten profiteerden van het onheil bij Hooimeijer en namen vrijwel de hele Engelse beschuitmarkt over.
Op 14 september 1965 was er opnieuw een grote brand bij Hooimeijer, toen een deel van de in 1957 tot stand gekomen uitbreiding is afgebrand. De schade bedroeg twee en een half miljoen gulden.
Bij de brand ging de magazijn-, opslag- en verpakkingsruimte verloren. Het deel van de fabriek waar de beschuit werd geproduceerd bleef behouden. Dat was dankzij de inzet van de brandweerkorpsen van Barendrecht, Heerjansdam, Ridderkerk en Rijsoord. Uit Rotterdam kwamen brandweermensen die hun collega’s advies gaven. In minder dan een uur was men de brand meester.
Op de ochtend na de brand werd een circustent opgezet, waarin de verpakking van beschuit door kon gaan. Inderhaast ingeschakelde papier- en kartonfabrieken leverden nieuw verpakkingsmateriaal. Zo konden de 250 werknemers van Hooimeijer aan het werk blijven.
Nederlanders wensten vanaf de jaren zeventig niet meer aan de lopende band te staan om beschuit te produceren. Hulp kwam in de vorm van Marokkaanse gastarbeiders, die blij waren met een bed in het fabriekspension van Hooimeijer.
Over de Marokkaanse arbeiders maakte filmmaker Jeroen van Bergeijk in 2007 de documentaire ‘Aan ons den arbeid’. De filmmaker was de zoon van Gert van Bergeijk, die in deze periode directeur was van de beschuitfabriek.
In 1959 nam de Barendrechtse fabriek de concurrent Hille/Haust over, een Amsterdamse bakker van toast. En er volgden nog meer overnames. Zoals de aankoop van Stereo Rotterdam in1966 en enkele kleinere ondernemingen.
In 1973 zocht het familiebedrijf aansluiting bij de Engelse multinational J. Lyons & Co., waarna er nog meer overnames plaatsvonden en het bedrijf een sterke groei kende. Toch koos het bedrijf ervoor om uit Barendrecht te vertrekken en verder te gaan in Dordrecht. Op 13 december 2002 vond in Barendrecht de laatste beschuitproductie plaats. In 2003 verhuisde het bedrijf naar Dordrecht, waar in 2006 de naam werd veranderd in Continental Bakeries B.V.
Na de sloop van de fabriek zijn op het terrein huizen gebouwd.
In het radioprogramma Middag aan de Maas van RTV Rijnmond, uitgezonden op 22 juni 2016, vertelt Arco van der Lee over de beschuitfabriek van Hooimeijer.
Uitzending Radio Rijnmond 22 juni 2016
De basis van dit verhaal verscheen eind 2012 en begin 2013 in de rubriek Terugblik van weekblad Het Zuiden, de auteur is Arco van der Lee.
Informatie over de film ‘Aan ons den arbeid’: www.filmfestival.nl/publiek/films/aan-ons-den-arbeid