Houthandel Gebr. Mulder
Mei 1945. Nederland is bevrijd! Vijf rampzalige oorlogsjaren zijn voorbij. Wekenlang wordt er uitbundig gefeest. Daarna wordt de kille werkelijkheid zichtbaar. Het land is leeggeroofd. Er is gebrek aan alles, in het bijzonder aan materialen die broodnodig zijn voor de wederopbouw.
De situatie is verre van rooskleurig om een houthandel te beginnen. De Rotterdammer Barend Mulder laat zich er echter niet door weerhouden om (weer) eigen baas te worden.
De vestiging van Houthandel Gebr. Mulder aan de Ziedewij.
|
In de eerste jaren na de oorlog was er een groot tekort aan hout. Maar Barend Mulder wist daar wel iets op.
Rotterdam was in de oorlog gebombardeerd. De verwoeste binnenstad werd weer opgebouwd. Maar voordat de bouwers aan de slag konden, moesten eerst de oude vooroorlogse heipalen uit de grond worden getrokken.
Barend Mulder kocht deze oude houten heipalen op. Verzaagd tot planken waren de palen geschikt als bouwmateriaal. Mulder verkocht de planken door aan timmerbedrijven in Rotterdam, Ridderkerk, Barendrecht en andere plaatsen in de regio.
Dat was in 1946 het begin van Houthandel B. Mulder in een oude boerderij aan de Kerkedijk nabij de zuidelijke grens van Rotterdam. Sinds 1969 is de onderneming onder de naam Houthandel Gebr. Mulder gevestigd op het bedrijventerrein Ziedewij. Aad (69) en Bert (64) Mulder zijn de eigenaars, directeuren en de enige werknemers van het bijna zeventig jaar oude familiebedrijf.
De werkplaats van houthandel B. Mulder aan de Kerkedijk, op een foto uit 1955.
|
Grondlegger Barend Mulder had al ruime ervaring in de houthandel, toen hij na de bevrijding voor de tweede keer voor zichzelf begon. Geboren in Huizen had hij het vak geleerd bij een houthandel in Bussum. Hij was een jonge werknemer met ondernemerstalent. Het lag dus min of meer voor de hand dat hij enkele jaren voor de Tweede Wereldoorlog werd belast met de oprichting van een filiaal in Rotterdam.
Het beviel hem in de havenstad zo goed dat hij er ging wonen, samen met zijn vrouw met wie hij in dezelfde tijd was gehuwd.
De toekomst voor het jonge paar zag er veelbelovend uit. Maar het pakte anders uit. De werkgever voor wie hij zich jaren had uitgesloofd, verlaagde na het huwelijk zijn loon. Het is niet meer duidelijk waarom dat gebeurde. Verontwaardigd en boos over die beslissing nam Barend Mulder onmiddellijk ontslag en begon met een compagnon een houthandel aan de Sluisjesdijk in Rotterdam-Zuid. Kort voor de Duitse inval in 1940 werd hij van werknemer eigen baas.
De houthandel was geen lang leven beschoren. Tijdens de oorlog werd het bedrijf van Mulder en zijn partner verwoest. Aan wederopbouw viel tijdens de oorlog niet te denken. Daarom verbraken de compagnons hun samenwerking.
Barend Mulder, de oprichter van het bedrijf.
|
Barend Mulder (tweede van rechts) bij houthandel Lamoen.
|
Barend Mulder begon na de Bevrijding in 1945 weer voor zichzelf, aanvankelijk op bescheiden schaal.
De opkoop en verkoop van hout van heipalen maakte na verloop van tijd plaats voor de levering van hout uit de Scandinavische landen, Finland en Rusland. De vraag naar bouwmaterialen was groot, want de wederopbouw was in volle gang. De houthandel van Mulder profiteerde ervan; de klantenkring groeide tot een hechte groep vaste afnemers.
De uitbreiding van zuidelijk Rotterdam met grote woonwijken had in de jaren ´60 van de vorige eeuw ingrijpende gevolgen voor agrarische bedrijven. Het platteland veranderde zienderogen in laag- en hoogbouw. De boerderij aan de Kerkedijk waarin houthandel B. Mulder was gevestigd, ontkwam ook niet aan die ontwikkeling. De onderneming verhuisde in 1969 naar buurgemeente Barendrecht en behoorde daar tot de eerste vestigingen op het nieuwe bedrijventerrein Ziedewij.
Barend Mulder heeft de opening niet meer meegemaakt. Kort daarvoor overleed hij plotseling op 61-jarige leeftijd.
Een foto uit de beginjaren van het bedrijf: hout afleveren met de handkar.
|
Na het overlijden van oprichter Barend Mulder in 1969 namen twee zoons het bedrijf over. Aad die al bij zijn vader werkte, en diens jongere broer Bert. Met het aantreden van de nieuwe eigenaren werd ook de naam gewijzigd: Houthandel Gebr. Mulder.
Beide broers zijn elkaars plaatsvervangers. Slechts op enkele details verschillen hun taken. Zo is Aad Mulder de chauffeur van de vrachtwagen waarmee bestellingen bij afnemers worden bezorgd; Bert bezorgt de rekeningen en Aad controleert op zijn beurt de betalingen. Samen steken ze de armen uit de mouwen als werknemers van hun eigen bedrijf. Een vraag voor beiden: hebben we wel eens ruzie? ´Nee, nooit´, verzekeren ze volmondig.
Bert (links) en Aad (rechts) Mulder.
|
Houthandel Gebr. Mulder is een schakel tussen houtproducenten en afnemers.
Er wordt rechtstreeks besteld bij buitenlandse zagerijen die de partijen met vrachtwagens naar de opdrachtgevers vervoeren. Rotterdam was voorheen een belangrijke houthaven, maar dat is verleden tijd. Zaandam en Delfzijl zijn nog wel havens waar partijen hout uit hoofdzakelijk Scandinavië worden gelost.
Voorraden hout en plaatmateriaal in de opslagloodsen.
|
Werkplaats met zaagmachine.
|
Nog is de houthandel van de broers Mulder een familiebedrijf. Maar voor hoe lang? Aad Mulder nadert de zeventig jaar, Bert Mulder is een eindje over de zestig. Opvolgers zijn er niet in de familie. Een zoon die ervoor in aanmerking zou komen, heeft voor een ander beroep gekozen. ´We kijken om ons heen naar belangstelling om het bedrijf over te nemen. Daar hebben we nog geen zicht op. Dat is geen probleem. Haast hebben we niet´, aldus de oudste van de twee broers.
De naam Houthandel Gebr. Mulder verdwijnt dus nog niet van de Ziedewij.
Zijlader voor het laden en lossen van partijen hout.
|
Dit verhaal is gebaseerd op een artikel van Wim de Regt en Roelof Roomer in het Contactblad van de Historische Vereniging Barendrecht, nummer 2, 2015