Onnink
De oorsprong van de firma Onnink gaat terug naar de jaren twintig van de vorige eeuw. Bernard (G.B) Onnink, afkomstig uit het Gelderse plaatsje Aalten, vestigde zich in Barendrecht. Het dorp Barendrecht van toen is vrijwel niet meer te vergelijken met de snel groeiende gemeente van vandaag de dag.
Gerardus Bernardus Onnink werd op 4 maart 1896 geboren in Aalten, in de Gelderse Achterhoek. Als oudste zoon van een klompenmaker ging hij na de lagere school werken in een grafisch bedrijf in Aalten. Op 1 december 1915 moest hij in militaire dienst. Aan het einde van zijn diensttijd deed hij op 15 maart 1919 het ‘examen hoefbeslag’ aan de Militaire Hoefsmidschool.
Als gediplomeerd hoefsmid keerde Bernard Onnink terug naar Aalten. Daar was echter geen werk voor hem. Via een advertentie kwam hij bij smid Matthijsse terecht in Barendrecht. Na bij hem gewerkt te hebben, werkte hij bij smid Dekker, ook in Barendrecht.
Onnink vatte het plan op om voor zichzelf een smederij te beginnen. De werkplaats was gepland niet ver van de kruising van de 2e Barendrechtseweg met de Kerkweg, waar nu de winkel van Onnink staat. Op 8 mei 1922 kreeg Onnink van de gemeente Barendrecht de vergunning voor de bouw van een werkplaats met woning. Een jaar later, op 19 april 1923, trouwde hij met Arina van der Pas.
Arina van der Pas was de dochter van een rietdekker. Deze leende zijn aanstaande schoonzoon 750 euro voor het opzetten van zijn eigen bedrijf.
Bij Onnink kon je paarden laten beslaan en karren laten repareren. De klanten waren niet alleen tuinders en boeren uit Barendrecht, maar ook uit de Hoeksche Waard. Die kwamen naar Barendrecht om hun producten naar de veiling te brengen. Ook aardappel- en groenteboeren die hun waar in Rotterdam verkochten, waren klant bij Onnink.
Vooral bij regen, als de paarden het land niet op konden, was het bij de smederij druk met boeren die hun paarden lieten beslaan. Bij gladheid werden de paarden ‘op scherp gezet’. Er werden dan stiften in gemonteerd, waardoor het paard meer grip had op het gladde wegdek.
Bij Onnink werden niet alleen paarden beslagen. Er werden ook wastobbes, wringers, kinderwagens en allerlei huishoudelijke artikelen en zelfs fietsen verkocht. Er was zelfs een verrijdbare benzinepomp, op wielen, die met handkracht moest worden bediend en ’s avonds naar binnen werd gehaald.
De verkoop van benzine bracht niet veel op, want in die tijd hadden alleen de dokter en de notaris een auto. Een nadeel voor de Onninken was dat ze soms ’s nachts uit bed werden gebeld door een gestrande automobilist die nog naar de Hoeksche Waard moest.
Bernard Onnink gold in die tijd als een vooruitstrevend man. Het bleef niet bij paarden beslaan, hij stortte zich ook op de handel in kachels en fornuizen. Verder verdiepte Onnink zich in nieuwe werkmethodes, zoals lassen. Ook schuwde hij niet de strijd aan te gaan met allerlei instanties (overheden) en andere (concurrerende) bedrijven. Onnink deed in die tijd ook onderhoudswerk aan de Barendrechtse Brug.
De gedreven G.B. Onnink bedacht zelfs een nog altijd bekende slogan: Onnink Heeft Het & Onnink Maakt Het. Onnink senior liet duidelijk merken niet van half werk te houden. “Wat je ook doet, doe het altijd goed”, was zijn gezegde. “Maar dat was vooral voor ons, zijn kinderen, bedoeld”, herinnert zoon Arend Onnink zich.
Arend is één van de vier zoons die in het bedrijf gingen werken. De andere zijn Jaap, Riens en de in 2005 overleden Wim. De andere zonen – Jan, Henk, Berrie en Ruud – hebben, net als hun zussen Jopie en Corrie, zo lang ze nog thuis waren meegeholpen in het bedrijf.
Jopie, de oudste dochter, heeft na het behalen van het MULO-diploma in 1939 tot haar trouwdag in 1949 de administratie en boekhouding bijgehouden. Zus Corrie is altijd een trouwe hulp van moeder geweest.
Vanaf de jaren zestig sloeg het bedrijf Onnink ook andere richtingen in. Voor de smederij werd aan de Mr. Lohmanstraat een grotere werkplaats gebouwd. Deze smederij en constructiewerkplaats werd in 1958 in gebruik genomen. De nieuwe werkplaats was nodig omdat er steeds meer kolenkachels werden verkocht en gerepareerd. Ook was hiervoor steeds meer magazijnruimte nodig. De kachels werden verkocht aan de 2e Barendrechtseweg.
Twee jaar later begon Onnink aan de 2e Barendrechtseweg een nieuwe winkel die vooral was gericht op ijzerwaren en gereedschappen. Vanaf 1974 kwam er op de Dorpsstraat, de huidige Middenbaan, een winkel bij in huishoudelijke artikelen. Daar zwaaide Wim Onnink de scepter.
De komst van het aardgas zorgde voor veel werk, bijvoorbeeld door de verkoop van gashaarden en kooktoestellen. Ook konden klanten bij Onnink terecht voor het aanleggen van centrale verwarming in het hele huis.
De constructiewerkplaats aan de Mr. Lohmanstraat bleek in de jaren tachtig niet meer te passen in een woonwijk zoals de Driehoek. ”Als wij aan het lassen waren stoorde dat op de televisie van de mensen in de buurt”, vertelt Arend Onnink.
In overleg met de gemeente kreeg Onnink een plek toebedeeld op het nieuwe bedrijventerrein Dierenstein. Met de zaak aan de Donk was Onnink de eerste onderneming die zich daar vestigde. Op de plaats van de werkplaats aan de Mr. Lohmanstraart kwamen parkeerplaatsen en bouwde de firma Onnink een kantoorgebouw.
Inmiddels is de derde generatie Onnink aan het roer. De broers Arend, Jaap en Riens spelen alleen nog een rol op de achtergrond. De kinderen van Arend en Riens zitten in het bedrijf.
Het Onnink-bolwerk omvat tegenwoordig drie afdelingen: het staalwerk (Arjan en Marco Onnink), de centrale verwarming (Wido Onnink en Jan van der Pas), de tak ijzerwaren en gereedschappen (Riens Onnink jr.). De vierde tak was de BV Dorpsstraat, eigenaar van winkelpanden op de Middenbaan. Deze winkels zijn verkocht.
Aan de 2e Barendrechtseweg zetelen behalve de afdelingen centrale verwarming, ijzerwaren en gereedschappen ook onder meer de installatiematerialen en tuinartikelen. Op de eerste verdieping zijn de kantoren.
Voor zaken als constructie, plaatwerk, metalen, lassen, werktuigbouw, onderhoud, reparatie en montage moeten klanten op de Donk 7 op bedrijventerrein Dierenstein zijn.
Gert Onnink is verslaggever bij AD/Rotterdams Dagblad en kleinzoon van Onnink-oprichter G.B. Onnink. De tekst werd eerder gepubliceerd in het Contactblad van september 2006. Bewerking Arco van der Lee, met dank aan Arend Onnink voor het aanvullen van de tekst in februari 2016.