Café ´t Schaapje
Al meer dan vier eeuwen is er in Smitshoek een café met de naam ´t Schaapje. Het huidige horeca-etablissement, één van de weinige panden die bij de sloop van de voormalige buurtschap zijn gespaard, dateert uit 1874 en heeft een voorganger waar bewoners en passerende reizigers al omstreeks 1600 een hartversterkertje dronken. Wellicht is dit café nóg ouder, maar daarover bestaat geen zekerheid.
Houvast geven wel akten uit 1612, 1613 en 1619, indertijd opgediept door wijlen Arie den Otter, amateurbodemonderzoeker van de Historische Vereniging Barendrecht. In deze documenten wordt de naam van Cleijs Arienszn. genoemd als weert (of waert) van een ´huis en erf met bergkeet, beplanting en bepoting, staande aan ´s-Heerendijk aan de oude sluis van Barendrecht.´
Het kan dus niet missen dat met dit pand het vermoedelijk eerste café van Smitshoek wordt bedoeld. De naam ´t Schaapje (ook wel ´Het Schaap´ of ´Het Schaapje) komt in de drie oude akten niet voor. Daar is pas later sprake van. Piet Groenenboom, publicist over de geschiedenis van Barendrechtse boerderijen, is bij zijn veelvuldige speurtochten in de historie van dit gebied, de omschrijving ´nabij het Schaap´ geregeld tegengekomen als aanduiding van de ligging van percelen. Het café werd volgens hem ook als aanduiding gekozen voor het opmaken van notariële akten voor bewoners uit de omgeving.
Zwart op wit staat de naam ´het Schaapje´ in een brief die de maire (burgemeester) van Rhoon, V.F. Tromer, op 6 december 1812 (ons land was toen door Frankrijk ingelijfd; vandaar de maire) heeft geschreven aan zijn collega P. de Raadt van Barendrecht over houtdieven die zijn veldwachter (garde champêtre) heeft betrapt bij het huis genaamd ´het Schaapje´. De maire van Rhoon rekent erop dat de maire van Barendrecht de dieven straft en hem daarover informeert.
Het blijft overigens gissen waar de naam ´t Schaapje vandaan komt. Oud-hoofdonderwijzer en publicist over de historie van Smitshoek Jan Hogeweg veronderstelt ´onder enig voorbehoud´ dat nabij de plek van het eerste café een schaapskooi heeft gestaan. Een bevestiging daarvan heeft hij echter niet gevonden. Piet Groenenboom houdt het erop dat de naam is afgeleid van grazende schapen in de omgeving van het café. Over het bestaan van een schaapskooi heeft hij nooit gehoord.
De buurtschap Smitshoek dankt zijn naam aan de smederij van Adriaen Lenaertszn.,die aan de Charloisse Lagedijk heeft gestaan. Over dit ambachtelijke bedrijf uit het begin van de zeventiende eeuw is weinig bekend. Het zal zijn bestaan ongetwijfeld hoofdzakelijk te danken hebben gehad aan de boeren in de wijde omtrek. Ploegen en andere agrarische werktuigen moesten worden onderhouden en gerepareerd, en dat was het werk van de smid. In een oude akte waarin de plaats van de smederij (op de hoek Smitshoek/Charloisse Lagedijk) wordt genoemd, wordt tevens verwezen naar het café.
De eerste tapperij van de bescheiden buurtschap heeft op een andere plek gestaan dan het huidige café. Dat blijkt op de kadastrale kaart die in 1832 voor de eerste keer werd uitgegeven. Piet Groenenboom heeft daarover jaren geleden uitvoerig geschreven in drie uitgaven van het Contactblad.
Het café was toen volgens de gegevens van het kadaster gelegen langs de Buitenlandse Boezem, ruwweg negen meter van de weg. De ´sociale ontmoetingsplaats´, zoals een café ook wel eens wordt genoemd, heeft daar tot 1873 gestaan. In dat jaar werd het door brand grotendeels verwoest.
Het rapport van de brandweer van Barendrecht maakte er als volgt melding van: ´Het huis waarin in de nacht van 26 op 27 april omstreeks half een ure de brand is ontstaan, was gelegen bij de Voordijk, ruim ¾ uur afstand van de kom der Gemeente. De in de nabijheid wonende personen hebben toen zij de brand waarnamen, met emmers water uitbreiding van de brand tegen gegaan. Daar geen gevaar voor de in de omtrek gelegen panden meer bestond, achtte men de hulp der spuiten niet noodzakelijk. De in de nabijheid staande schuur en keet is behouden doch het huis is geheel uitgebrand en van de inboedel weinig geborgen.´
De Haarlemsche Brandverzekering Mij. kwam kennelijk snel met de uitkering over de brug, want in 1874 werd een nieuw pand waarvan het huidige café een onderdeel was, geopend op de plek waar de Bakkersdijk, de Voordijk en de Smitshoek samenkomen.
In de loop van de voorbije eeuwen heeft café ´t Schaapje vele eigenaren gehad. Een familiebedrijf volgens de betekenis van het woord is het dus niet geweest, hoewel het bezit en de exploitatie van het etablissement wel enkele keren van vader (of moeder) op zoon zijn overgegaan.
De eerste kadastrale kaart vermeldt dat in 1832 Gabredina Hutschenruijter eigenaresse was van het café dat toen dus nog op een andere plek stond. Zij had de zaak in 1814 overgenomen van Jacob Sissing. Twee jaar daarna verdronk haar man in de vliet langs de Molenkade. (Het register van overlijden van de gemeente Charlois vermeldt dat hij woonachtig was in het huis genaamd ´Het Schaapje´ onder de gemeente Barendrecht, wijk A no. 29).
Na haar overlijden in 1837 in de ouderdom van zeventig jaar schonk haar zoon Johan Hendrik Wagener uit het huwelijk met haar tweede echtgenoot voortaan de kelkjes vol. Dertig jaar was hij de kastelein en hierdoor zonder twijfel één van de bekendste inwoners van de bescheiden buurtschap. Wagener noemde zich ´herbergier en winkelier´; uit het eerste beroep mag worden afgeleid dat het café ook één of meer kamers telde voor reizigers.
In het voorjaar van 1867 deed Wagener het café over aan Jan Hendrik van der Neut, timmermansknecht in Zevenhuizen. De nieuwe eigenaar telde 3200 gulden neer voor een woning met erf, schuur, tuin en boomgaard, alsmede een watering (lees: wetering) voor de afvoer van polderwater.
De nieuwbakken kastelein Van der Neut was de gedupeerde eigenaar van het café dat in 1873 een prooi van de vlammen werd én de opdrachtgever voor de bouw van het pand op de huidige plek. Zeven jaar na de opening in 1874 verkocht hij de zaak aan Leentje Kok, een weduwe uit Capelle aan den IJssel, voor de prijs van 3500 gulden. (Groenenboom duidt het onroerend goed als het ´zogenaamde Schaapje´).
Van der Neut had waarschijnlijk beter bij zijn timmergereedschap kunnen blijven. Hij was in elk geval geen succesrijke horecaondernemer, zo blijkt uit bijzonderheden in de overdrachtsakte. Op het pand rustten twee hypotheken (samen tot een bedrag van 3200 gulden), die door de koopster werden overgenomen.
Leentje Kok hield haar nering overigens weldra voor gezien. Na amper zes maanden verkocht zij in april 1882 de boedel aan Jan Huijser uit Barendrecht voor 3300 gulden. De nieuwe uitbater van het café nam alleen de eerste hypotheek (2900 gulden) van haar over.
Huijser was tot zijn overlijden in 1893 eigenaar. Alle bezittingen ter waarde van 10.000 gulden vervielen daarna aan zijn vrouw Adriana Vijfvinkel. Zij voelde er kennelijk niet voor om het café voort te zetten en verkocht het al na acht weken voor 4000 gulden aan Pieter van der Jagt. Hij betaalde 2000 gulden contant; de rest leende hij van de weduwe.
Vermoedelijk had Van der Jagt het café al in 1882 van Huijser gepacht. Hij was toen nog vrijgezel. In de eerste jaren van zijn huwelijk in 1885 woonde hij vlakbij het café; na de geboorte van het zesde kind in 1893 was het gezin gevestigd in het pand waarvan het café deel uitmaakte.
Van der Jagt mocht een succesrijke ondernemer worden genoemd. Hij noemde zich koopman en verdiende de kost als groentehandelaar. Enkele van zijn tien kinderen reden dagelijks met drie door paarden getrokken wagens vol groente, aardappelen en fruit naar woonwijken in Rotterdam. Zijn vrouw Hendrika was de uitbaatster van het café en deed zich kennen als een hartelijke gastvrouw. ´t Schaapje was voor vele inwoners van Smitshoek een extra huiskamer.
Toen zijn vrouw in de zomer van 1928 overleed, bleek uit de akte van scheiding dat koopman Van der Jagt reeds een voor die tijd aanzienlijk fortuin had vergaard, onder meer belegd in acht huizen aan de Voordijk. Het is niet onwaarschijnlijk dat zijn bezittingen daarna verder zijn gegroeid. In december 1941 verkocht hij ´t Schaapje (woonhuis met café en erf) aan zijn zoon Gerardus Adrianus die er toen al kastelein was. De waarde van het pand bedroeg 6500 gulden.
Op een tekening uit de jaren dertig van de vorige eeuw is op een gevel met grote letters ´Billard Royal´ te lezen. ´t Schaapje was gedurende een lange reeks van jaren de ´thuisbasis´ van de gelijknamige biljartvereniging. Eén van de leden was de Smitshoeker Herman Popeijus, in 1955 winnaar van het zilver bij het Europees kampioenschap driebanden. De feestzaal van het café was bij verkiezingen vaak stemlokaal voor de buurtschap en omgeving.
Van horen zeggen heeft de huidige exploitant, Dave van Es, enkele malen begrepen dat de biljartvereniging tijdens de Tweede Wereldoorlog een dekmantel was van de ondergrondse. Op papier is hij daarover echter nooit iets tegengekomen, evenmin als de publicist Hans Onderwater, auteur van een reeks boeken over de oorlogshandelingen in de omgeving van Barendrecht.
In 1950 stond het café te koop. De kerkenraad van de Gereformeerde Kerk had er wel oog naar. De caféruimte zou tot kerkzaal kunnen worden verbouwd. Maar daar kwam het toch niet van. De meerderheid van het kerkbestuur was van mening dat er in Smitshoek een gelegenheid moest blijven om een kopje koffie of een biertje te drinken. Op café ´t Schaapje viel niets aan te merken; uitbater Van der Jagt was steeds een keurige caféhouder geweest, vond de kerkenraad. Nog in hetzelfde jaar werd op een andere plek in Smitshoek de eerste paal geslagen voor de Rehobothkerk.
Het witgepleisterde café was de volgende zestien jaar eigendom van horecaman Meijer. Hij had de zaak in 1950 voor 28.000 gulden overgenomen. Nog niet van plan om het café van de hand te doen, verpachtte hij de tapperij in 1966 aan Jaap Roos, tot dan toe ober in café Kruithof te Barendrecht. De relatie met de pachter duurde door diens overlijden niet langer dan een jaar. In 1967 werd Meijer het met Jan Stok eens over de overname van het café. De verkoop werd echter pas in januari 1972 geformaliseerd na afloop van het contract met een bierbrouwerij.
Jan en Maaike Stok waren een gastvrij echtpaar voor de vaste bezoekers van ´t Schaapje. Het was daarom in september 1982 een drukbezocht en vrolijk feest in de zaak. De aanleiding was tweeërlei: zij waren vijftien jaar eigenaar van het café en vijftien jaar getrouwd.
Nadat haar man begin 1989 was overleden, zette Maaike Stok het café tot haar 65ste in haar eentje voort. In 2001 verkocht zij het pand aan een Chinese horeca-exploitant die er een restaurant in wilde vestigen. Dat plan ging echter niet door. De nieuwe eigenaar verhuurde het pand daarna aan de geboren Rotterdammer Dave van Es (45). Als de Chinees op zekere dag besluit het gebouw te verkopen, heeft de huidige exploitant het eerste recht van koop. De vroegere elektricien Van Es zal die kans om eigenaar van ´t Schaapje te worden niet voorbij laten gaan, zegt hij. Hoewel van huis uit geen horecaman exploiteert de kastelein van de Smitshoekse tapperij ook café´s in Zierikzee en Dordrecht.
Het gemeentebestuur van Barendrecht verhief café ´t Schaapje in 2003 tot gemeentelijk monument vanwege zijn sociaal-economische betekenis. Aan deze status van het enige karakteristieke gebouw van de voormalige buurtschap is de voorwaarde verbonden dat zonder de toestemming van het college van burgemeester en wethouders niets aan het aangezicht mag worden veranderd.
In oktober van hetzelfde jaar was ´t Schaapje minder positief in het nieuws, nadat een 39-jarige Rotterdammer met een bestelbus de gevel van het café had geramd. De auto kwam via een gapend gat in de muur voor het biljart tot stilstand. Er waren op dat ogenblik ongeveer 25 mensen in de zaak. Niemand van hen werd gewond, maar de schade was aanzienlijk. De dronken eigenaar van de bestelbus had in het café ruzie gekregen en was daarna uit boosheid in volle vaart tot drie keer toe tegen de gevel gebotst. Om instorten te voorkomen, werd de muur de volgende dag gestut. ´Het café is tijdens het herstel van de schade echter geen dag gesloten geweest´, vertelt Van Es.
Hoewel van de buurtschap weinig overeind is gebleven, is ´t Schaapje een goed beklant etablissement. De vaste gasten komen uit de nabije omgeving, Barendrecht, Rhoon en Rotterdam. Het café kent sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw geen biljartvereniging meer, maar wel vier dartploegen die er geregeld trainen en wedstrijden spelen.
In de lente, de zomer en het najaar is het ruime terras een drukbezochte rustplek voor wandelaars en fietsers. Ook voor hen is ´t Schaapje een vertrouwd begrip!
Archief Historische Vereniging Barendrecht.
Onderzoek oudste akten ´t Schaapje, Arie den Otter.
Contactbladen 47,49,49; artikelen Piet Groenenboom (1991).
't Schaapje, Smitshoek 1, Jan Hogeweg (2001)
Meer Schetsen uit de Nacht, Hans Onderwater (2008).
Dit verhaal verscheen eerder in het Contactblad, 2013, aflevering 2. De auteur is Wim de Regt.