Jacoba Pompevliet

straatnaambord

Jacoba Elisabeth Pompe (ca. 1654 – 1719) was ambachtsvrouwe van Carnisse. Ze kreeg het ambacht in 1688 van haar moeder Maria Elisabeth Musch.

Waarom kreeg Jacoba het ambacht Carnisse van haar moeder?

Maria Elisabeth Musch schonk in 1688 de ambachtsheerlijkheid Carnisse als huwelijksgeschenk aan haar dochter Jacoba Pompe. Jacoba trouwde met Willem Frederik van Brakel, een voornaam edelman.

Wat hield het ambacht Carnisse in?

De heerlijke rechten over Carnisse hielden onder meer in dat Jacoba Pompe een deel van de korentienden zou ontvangen en inkomsten zou hebben uit visserij en vogelarij. Dat laatste was het vangen van vogels voor de verkoop. De vogels werden dan meestal opgegeten.
Jacoba mocht ook de smaltienden heffen. Dat was een belasting op tuingewassen, het kleinvee, ganzen en bijen.
Jacoba had ook het recht om de dominee te benoemen.
Als ambachtsvrouwe van Carnisse mocht Jacoba  een schout aanwijzen als haar plaatsvervanger. De schout moest er op toezien dat iedereen zich hield aan de keur, de regels die golden in het ambacht. Waarschijnlijk heeft de schout voor zijn benoeming geld betaald aan Jacoba.

Wie was de halfbroer van Jacoba?

Van Jacoba Pompe is in Barendrecht geen portret bekend. Van haar oudere halfbroer Michiel Pompe van Slingelandt (1643 – 1685) wel. Toen hij zes jaar oud was, heeft Jacob Gerritsz. Cuyp een portret van hem geschilderd. Het hangt tegenwoordig in het Dordrechts Museum. Op het schilderij is Michiel te zien als een stoer, voornaam, jongetje dat gekleed in een dure Oosterse jas op jacht gaat.
Michiel Pompe van Slingelandt is maar 42 jaar oud geworden. Toch heeft hij veel belangrijke functies vervuld. Zo was hij in 1673 dijkgraaf van West-Barendrecht en Carnisse. Ook was hij lid van het Dordtse stadsbestuur en bestuurder van de Strijense polder en de Zwijndrechtse Waard.
Toen Jacoba Pompe in 1688 ambachtsvrouwe van Carnisse werd, was haar halfbroer al drie jaar dood.

Wie was de beroemde overgrootvader van Jacoba?

Jacoba’s moeder Maria Elisabeth Musch was de kleindochter van dichter Jacob Cats.

bron

Arie Verhoeven: ‘Dit boek past in ieders straatje’, Barendrecht 2005, p. 48;
A.M. Overwater: ‘Straatnamen in Molenvliet’, in Contactblad 8e jaargang nr. 29, p. 10, Barendrecht 1986;
Matthys Balen: ‘Beschryving Der Stad Dordrecht 1677’, vierde boek p. 1187 – 1190;
Jhr. Mr. M.A. Beelaerts van Blokland, De Nederlandsche Leeuw, maandblad van het Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, LXIIe jaargang, juli-sept. 1944, kolom 84;
Heerlijkheidsarchief Barendrecht inv. nr. 175/176, 6 maart 1688, N.A, afschrift bij HVB