Van Brakelvliet
Louisa Isabella barones van Brakel was van 1720 tot 1736 ambachtsvrouwe van Carnisse.
De barones erfde het ambacht bij het overlijden van haar moeder Jacoba Pompe. Zij verkocht het aan Dirk van Leiden, die al ambachtsheer was van West-Barendrecht. Dirk betaalt haar 36.300 gulden.
Het erven van een ambacht gaat niet zomaar. Daar moet je in 1720 wel wat voor doen. Het moet namelijk geregeld worden met de ‘stadhouder van de lenen’. Dat is de man die namens de Staten van Holland en West-Friesland het ambacht in leen uitgeeft.
In 1720 is Mr. Pieter Everwijn, secretaris van de stad Dordrecht, stadhouder van de lenen. Louisa Isabella gaat niet zelf naar Dordrecht om met hem alles te regelen. Ze laat zich vertegenwoordigen door schout Anthony Outraad van Carnisse.
Namens de barones legt schout Anthony Outraad zijn handen in de handen van Mr. Pieter Everwijn. Ook betaalt de schout het bedrag van drie ponden Hollands. Daarmee is Louisa Isabella van Brakel ambachtsvrouwe van Carnisse geworden.
Arie Verhoeven: ‘Dit boek past in ieders straatje’, Barendrecht 2005, p. 16;
A.M. Overwater: ‘Straatnamen in Molenvliet’, in Contactblad 8e jaargang nr. 29, p. 10, 11,Barendrecht 1986;
J.W. Regt; ‘Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van den Zwijndrechtschen Waard, den Riederwaard en het land van Putten over de Maas’, Zwijndrecht 1848, p. 178