Van Wassenaarvliet

straatnaambordje

De familie Van Wassenaar bezat de ambachtsheerlijkheid Oost-Barendrecht van 1361 tot 1544.

 

 

Hoe kwam de familie Van Wassenaar in Oost-Barendrecht terecht?

In 1354 trouwde Dirk van Wassenaar met Machteld Oem, dochter van de ambachtsheer van Oost-Barendrecht.

Machteld werd in 1391 opgevolgd door haar zoon Philips van Wassenaar. Deze burggraaf van Leiden was in 1392 betrokken bij een moord.  Het slachtoffer was Aleid van Poelgeest Jansdochter, de geliefde van graaf Albrecht van Beieren.

Als straf werd Philips van Wassenaar verbannen. Zijn goederen werden verbeurd verklaard en zijn huizen werden verwoest. Zo kreeg de schout van Leiden opdracht om de huizen van Philips van Wassenaar te ‘nederwerpen, bernen ende nederhouwen’.

Na vier jaar mocht Philips weer in Holland terugkomen.

Philips van Wassenaar streed in 1397 aan de kant van hertog Albrecht van Beieren tegen de Friezen. Jaren later was Holland verdeeld in voor- en tegenstanders van gravin Jacoba van  Beieren. Philips koos de kant van de gravin. Daarop werd de stad Leiden in 1420 belegerd door Jan van Beieren. Onder de belegeraars was ook Hendrik van Wassenaar, de zoon van Philips.

Philips van Wassenaar moest de stad overgeven. Hij stierf in gevangenschap.

Philips werd als ambachtsheer van Oost-Barendrecht in 1428 opgevolgd door zijn zoon Hendrik.

Hendrik van Wassenaar werd in 1447 als ambachtsheer opgevolgd door zijn zoon Jacob, die kinderloos bleef. Hij liet Oost-Barendrecht in 1451 na aan zijn broer Jan (ook wel Johan genoemd). Deze Jan van Wassenaar streed samen met hertog Philips van Bourgondië onder meer tegen Gent. Jan had ook aandacht voor zijn ambacht in Barendrecht. In 1483 was hij één van de ondertekenaars van het besluit om de polder Binnenland te bedijken.

In 1497 werd Jan van Wassenaar als ambachtsheer opgevolgd door zijn zoon….Jan van Wassenaar. Ook hij was vaak op het slagveld te vinden.

Samen met keizer Maximiliaan voerde Jan van Wassenaar oorlog tegen Venetië. Toen hij nog maar 26 jaar oud was, viel hij op tijdens het innemen van de stad Padua in 1509. Hij had de stadsmuur beklommen, toen hij een schot door zijn wang kreeg. Het kostte hem een paar tanden. Jan viel vanaf de muur in de gracht en bleef daar tussen de doden liggen. Gelukkig hoorde men hem roepen; hij werd gered.

Terug in Holland trouwde Jan van Wassenaar met Josina, dochter van Jan van Egmond, de stadhouder van Holland. De stadhouder vertegenwoordigde de graaf.

Voor Oost-Barendrecht zal de ambachtsheer weinig tijd hebben gehad, want hij trok ten strijde tegen de Oost-Friezen, Gelre en Utrecht. De strijd tegen de Friezen heeft Jan van Wassenaar niet overleefd. Tijdens het beleg van de stad Sloten werd hij aan een arm gewond. Daaraan overleed hij. Jan werd met veel pracht en praal begraven in Den Haag.

Jan van Wassenaar werd in 1523 opgevolgd door zijn dochter Maria van Wassenaar, de laatste Van Wassenaar die het ambacht Oost-Barendrecht in bezit had. Zij was getrouwd met Jacob, graaf van Ligne.

In 1544 volgde haar zoon Philips, graaf van Ligne en ridder van het Gulden Vlies, haar op. Diens oudste zoon Lamoraal, ook al ridder van het Gulden Vlies, verkocht zijn ambacht aan Arent Maertensz, die in 1615 ambachtsheer van Oost-Barendrecht werd.

bron

Arie Verhoeven: ‘Dit boek past in ieders straatje’, Barendrecht 2005, p.64;
A.M. Overwater: ‘Straatnamen in Molenvliet’, in Contactblad 8e jaargang nr. 29, p. 7, Barendrecht 1986;
A.M. Overwater:’Wapens en vlaggen van Barendrecht’, Barendrecht 1999, p.10;
J.W. Regt; ‘Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van den Zwijndrechtschen Waard, den Riederwaard en het land van Putten over de Maas’, Zwijndrecht 1848, p. 171-174;
Corien Glaudemans: ‘Met viere ende met brande’, in Madoc Tijdschrift over de Middeleeuwen, nummer 1, 2005, p. 97 - 98